55 culiere landerijen bewesten de Tjimanoek, daar de regeling dan onnoodig ingewikkeld sou worden. IV. Het individueele grondbezit moet een bepaalde opper vlakte (V2 bouw) niet te boven gaan en ook slechts een bepaald percentage van het gemeente-areaal betreffen. Deze voorwaarde vloeit voort uit het beschermings beginsel. Daar het hier alleen betreft het verschaffen van een woongelegenheidkomt een grens van 1/2 bouw de commissie aannemelijk voorMoeilijker is de vaststelling van het percentage t.o.v. het desa-areaal. De eenvoudigste oplossing leek, zoo'n percentage vast te stellen t.o.v. het geheele Inl. grondbezit in Indië. Daar deze oplossing te star zou werken, ook al omdat er streken voorkomen, waar practisch geen Inl. wonen, werd het wenschelijk geacht het percentage regionaal vast te stellen in over eenstemming met de behoefteDit stelsel zou niet gelden voor steden en wooncentra. Hier kwam het beter voor geen percentage vast te stellen, doch bepaalde gronden voor Inl., eventueel voor blijvers te reserveeren. Overigens wil de commissie deze kwestie overlaten aan de Com missie voor de bestudeering van het vraagstuk der stads- vormingingesteld bij G.B. 20 Maart 1934 No. 26. Ten slotte ware nog een bepaling op te nemen, dat sommige gebieden om staatkundige- en economische redenen gesloten zijn voor verkrijging van grond door I.E. V. Opdat aan de voorwaarden worde voldaan, zal een toe zicht van overheidswege noodzakelijk zijn. Dit toezicht kan bestaan in een voorafgaande vergunning van het bestuur (op Java en Madoera de resident-afdeelings- hoofd, in de Buitengewesten het Hoofd van het Geweste lijk Bestuur, dan wel de toek. residenten), waarbij nog te bepalen ware, dat het verzoek niet geweigerd kan worden, als aan de gestelde voorwaarden is voldaan en dat hooger beroep mogelijk is bij de Gouverneurs en in hoogste instantie bij den G.G.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1937 | | pagina 57