58
niet meer de macht heeft het recht te doen eindigen bij on
economische aanwending van den grond. Dit kan evenwel
grootendeels voorkomen worden door den omvang van het
recht te beperken. Wat nu betreft den omvang van de te
verwerven grond voor landbouwdoeleinden van den Inl,
stelt de commissie voor een maximum aan sawahbezit per
desa van 5 van het geheele sawahareaal. Wat betreft den
drogen grond, hiervan sal het maximum, evenals bij den
grond voor woongelegenheid, naar wederzijdsche behoefte
worden vastgesteld. Het individueele maximum is hier las
tiger te bepalen, daar de opbrengst hierbij een rol speelt.
Hoewel het stellen van een grens vrij willekeurig is, meent
de commissie het toch te moeten doen om klachten en moeilijk
heden te vermijden. Uit te gaan van een gemiddelde van één
bouw, zijnde dit genoeg voor den tani, komt de commissie
niet juist voor. Van zoo'n oppervlakte aan grond zou de Europ,
zich geen bestaan kunnen scheppen en zou er ook geen
sprake zijn van een middenstand. Op voorbeeld van het
kolonisatieterrein de Giesting komt de commissie een
oppervlakte van 5 bouw wenschelijk voor, welke 5 bouw
geheel uit sawah, geheel uit tegal, dan wel uit beide mag
bestaan.
Voor hen die grooter perceelen wenschen dienen de klein-
erfpachtsbepalingen herzien te worden. Een eisch te stellen
van geschiktheid als landbouwer is practisch niet mogelijk.
De eisch van aanwezigheid van eenig kapitaal zal niet kunnen
ontbreken, daar de mislukkingen bij de klein-erfpacht voor
een groot deel te wijten zijn aan het onderschatten der finan-
cieele eischen. Aspiranten zullen daarom moeten aantoonen
over voldoende middelen te kunnen beschikken tot behoor
lijke exploitatie,
T,a,v, het absenteïsme neemt de commissie het standpunt
in, dat ze niet kan eischen, dat betrokkene zelf den patjoel
hanteert, doch zij wil ook niet zien, dat hij een zuiver beleg
gingsobject van den grond maakt. Daarom zal de betrokkene
nabij het perceel moeten wonen op straffe van vervallen ver-