59
klaring van het recht en een werkzaam aandeel moeten hebben
in het bedrijf. Onder die voorwaarde ziet de commissie er ook
geen bezwaar in, dat de grond in deelbouw wordt afgestaan.
Overigens zouden dezelfde voorwaarden gelden als welke
zijn voorgesteld bij de oplossing van het vraagstuk betreffende
het verschaffen van grond voor eigen woongelegenheid.
Worden al deze voorstellen werkelijkheid, dan zal de min-
derbemiddelde I.E.-blijver zich op vrij eenvoudige wijze
grond kunnen verschaffen. Dit alles zal echter speciaal gelden
voor hem, die de klein-landbouw wil beoefenen, doch in
betrokken kringen wil men komen tot een boerenmidden-
stand, m.a.w. wil men zich behalve op den klein-, ook op
den middenlandbouw toeleggen. Nu is het lastig een juiste
grens tusschen beide begrippen aan te geven. Houdt men zich
uit practische overwegingen aan een oppervlakte criterium,
dan staat vast, dat het maximum van 5 bouw voor den klein-
landbouw niet voldoende is voor den midden-landbouw. Wil
men thans over meer grond dan 5 bouw beschikken, dan is
dat mogelijk door den grond in eigendom, groot- of klein -
erfpacht aan te vragen. Daar het de commissie voorkomt, dat
klein-erfpacht het meest geschikte recht is op grond om den
midden-landbouw te beoefenen en zij erkent, dat de moeilijk
heden bij de verwerving ervan te groot zijn, zag ze zich voor
de taak gesteld, de betreffende bepalingen te wijzigen, daarbij
van het idee uitgaande, dat de faciliteiten moeten afnemen
naarmete de oppervlakte toeneemt. Tevens zal de wijziging
zoo moeten zijn, dat wordt aangesloten op de voorgestelde
regeling betreffende het verschaffen van grond voor land
bouwdoeleinden.
De bezwaren tegen het klein-erfpachtsrecht waren
De moeilijkheden bij de verwerving
1. de lange procedure.
2de onzekerheid, of de gronden na afkoop zullen worden
afgestaan.
De duur van het verworven recht.