64 Daartoe zal het eenheidsbesef nog sterk moeten groeien. Men denkt daarbij ook wel aan de meer ontwikkeleden, doch dan doet zich de moeilijkheid voor, waar de grens te trekken. Het Ind. Burgerschap kan geen verschillen in civiel- en strafprocesrecht wegvagen. Men denke slechts aan de verschil lende unificatiepogingen, die alle vrijwel mislukten. Overal zal de weg der gelijkwaardigheid van rechtgedifferentieerd naar behoeften en der geleidelijkheid gevolgd moeten worden. Een Ind. Burgerschap zal t.a.v. den grond niets anders kunnen geven dan hetgeen dit rapport geeft of een onbelem merde verwerving van Inl. grond. Een andere oplossing was iederen Europ., die dat wenscht gelijk te stellen met den Inl. Deze oplossing is bij voorbaat veroordeeld, alleen al, omdat ze een middel is om grond te ver krijgen en zij bovendien kan leiden tot een onbelemmerde aantasting van den economische zwakkeren eigenlijken Inl. Voor andere bevolkingsgroepen, o.a. die der Indo-Chi- neezen, is het vraagstuk niet hetzelfde. Ook in dit geval hebben we te doen met een loyale bevolkinsgroep, die behoefte heeft aan een eigen woonerf. (Men lette erop hoe sterk het ver schijnsel der onwettige occupatie zich bij hen openbaart). Maar, zegt de commissie, er zou hier geen sprake geweest zijn van een vraagstuk, ware de I.E. er niet mee voor den dag gekomen. Een 2e, nog grooter bezwaar schuilt in de talrijk heid dier bevolkingsgroep, waardoor toegeven aan haar wen- schen vele gevaren met zich zou brengen. Daarom stelt de commissie voor ook voor hen de gelegenheid te openen, doch alleen tot het verkrijgen van grond voor woon gelegenheid (72 bouw). In de buitengewesten, waar streken voorkomen met een uitgesproken Chin, karakter, zouden de voor I.E. voorgestelde bepalingen geheel op hen toegepast kunnen worden, doch slechts voor bepaalde gebiedsdeelen. Wordt vervolgd) Mr. C. G. van Huls.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1937 | | pagina 66