96
niet anders dan door niet den Inl. doch den Europ. te be
schermen. De reeds bovengenoemde moeilijkheden met de wa
tervoorziening zullen zeker ten deele zijn voortgesproten, zoo
niet uit een zekere vijandige houding van den Tnl. tegenover
den Europ., in vele gevallen zijn concurrent, dan toch uit een
wederzijdsche onwelwillendheid, voortkomende uit het verschil
in ras. Aangezien in het onderhavige geval, wil de Europ. zich
op zijn betrekkelijk klein perceel handhaven, die concurrentie
strijd opgevoerd zal worden en de onderlinge verhouding er ze
ker niet op zal vooruitgaan, dienen van overheidswege maat
regelen te worden genomen ter versteviging van de positie van
den I.E. in het desaverband. We zijn hier genaderd aan het
geen de commissie zelve een zwakke stee noemt. Aangezien den
I.E. het recht wordt overgedragen, zooals het reilt en zeilt
(behoudens afkoop van desalasten), zullen er geen kadastrale
metingen, noch een behoorlijke boekhouding, dus geen vastleg
ging van object en subject, plaats hebben. De desaboekhouding
kan moeilijk aanspraak maken op volledigheid en nauwkeurig
heid. Ook de Commissie ziet in, dat ontbreken van kadastrale
metingen en van een inschrijving aanleiding kan zijn tot grens
geschillen. Zij tracht dit bezwaar te ontzenuwen door erop te
wijzen, dat in de rechterlijke praktijk geschillen in verband met
het Inl. bezitrecht tot de zeldzaamheden behooren en dat, als
men kadastrale opmeting wcnscht, men die ook kan krijgen.
Dat er weinig grondperkara's voor den Inl. rechter komen
kan wel waar zijn, doch daarmee is nog niet gezegd, dat zij
niet veelvuldig voorkomen. Het is maar een gering aantal ge
schillen, dat tenslotte de rechtszaal bereikt. De Tnh, althans op
Java, is al heel weinig perkaraziek, integendeel, hij voelt veel
meer voor minnelijke schikking. Die minnelijke schikking is een
taak der adathoofden en niet van den rechter. Dat is de reden,
dat het aantal grondkwesties, waarvan naar buiten blijkt, zoo
gering is. Nu is dat schikken, dat roekoenen erg mooi, zoolang
we te doen hebben met Tnl. onder elkaar, doch anders staan
de zaken, als we intergcntiele kwesties krijgen. Tn dergelijke
gevallen meen ik wel te mogen aannemen, dat de strijd eerder