106
dom van gronden, welke den Inl. aanvrager reeds in agrarisch
eigendom toebehooren, geen koopsom wordt gevorderd, doch
het perceel aan hem om niet in Westerschen eigendom wordt
afgestaan, nadat het op de gronden rustend agrarisch eigen
domsrecht aan het Land zal zijn overgedragen." i)
Het domeinbeginsel, dat overbodig was bij den afstand in
agrarisch eigendom, blijkt eensklaps weer noodig te zijn bij om
zetting daarvan in Westerschen eigendom, terwijl toch het
Gouvernementeele standpunt isagrarisch eigendom is in we
zen B.W. eigendom, Tevens zien we uit bovenstaand citaat,
dat hier de Westersche eigendom om niet wordt afgestaan. Het
is dus den Inl. gegeven zijn erfelijk individueel bezitrecht om
te zetten in P>.W. eigendomsrecht zij het langs 'een omweg
zonder dat door hem een afkoopsom aan het Land ver
schuldigd is. De meerdere zekerheid wordt hem gratis geboden.
Ik meen met het bovenstaande voldoende te hebben aangetoond,
dat de door de Commissie aangevoerde argumenten tegen het
verleenen van eigendomsrecht aan den minderbemiddelden I.E.,
zonder hem tot een af koopprijs te verplichten, geen van alle
steekhoudend zijn. Geen dier bezwaren zijn afdoende om de
Regeering te weerhouden in Haar labyrinth van standpunten
nog een kronkel op te nemen en den I.E. te geven wat hij ver
langt eigendomsrecht.
Mijn bezwaren tegen deze oplossing zijn, dat daarmee de
Agrarische Wetgeving nog ingewikkelder en onsystematischer
wordt en dat de voorziening in de behoefte aan grond voor
landbouwdoeleinden er niet mee gebaat is. Daarom is het ge-
wenscht om te zien naar een recht, dat aan alle genoemde be
zwaren tegemoet komt en waarvan de toekenning zal kunnen
leiden tot een gezonder toestand op agrarisch-rechtelijk gebied.
Dat recht nu meen ik gevonden te hebben in het agrarisch
eigendomsrecht. Hoewel ik weet, dat het instituut in zijn hui-
digen vorm in de praktijk een volkomen mislukking is geble-
Maassen en Hens t.a.p. blz. 53.