113 Hierin nu ligt de oplossing verscholen, die we thans verder zullen uitwerken. De Commissie Spit t) is tegen automatische omzetting van erfelijk individueel bezitrecht in agrarisch eigendomsrecht: le. Omdat het in strijd zou zijn met recht en rede den nieuwen verkrijger een volmaakter recht te geven dan de rechts- auteur had. Deze bedenking noemt zij zelf van principiee- len aard. 2e. Omdat een evcntuecle regeling niet eenvoudig zou zijn en niet snel zou werken, daar de procedure vrijwel gelijk zou zijn aan de thans bestaande. 3e. Omdat de I.E. misschien meer gebaat is bij Inl. bezitrecht en het de vraag is of dat betere recht wel voordeelen voor hem oplevert. 4e. Om de rompslomp der niet-begrepen formaliteiten. Dit be zwaar is feitelijk onder te brengen bij 2c. 5e. Omdat het de vraag is, of die conversie wel gewcnscht is, daar ze voor den Jnl. een mislukking bleek. Aan dit laatste bezwaar komt ze zelf tegemoet door de vraag met ja te beantwoorden, zich beroepend op den regel gelijke lusten, gelijke lasten" en de hoop uitsprekend, dat het instituut weer moge opleven. Jaarsma brengt het recht wel ter sprake, o.a. daar, waar hij de verschillende grondrechten opsom 2) en waar hij de ge schiedenis van 1870 en 1872 nagaat, 3) maar rept over dit recht als oplossing voor het vraagstuk niet. In zijn systeem van ra dicale herziening van het Agrarisch beleid, past het dan ook niet. Maasscn en Hens 4) geven de volgende uitspraak: „In de praktijk is gebleken, dat dit agrarisch eigendom weinig gewild is. Het is dan ook voor den Inl. een minder geeigend recht en D T.K.N.T. 1937 blz. 53 e.v. 2) t.a.p. blz. 40. :i) t.a.p. blz. 73 e.v. 4) t.a.p. blz. 41.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1937 | | pagina 37