122 3. Of het recht meerdere voordeelen voor den I.E. oplevert dan Inl. bezitrecht behoeft niet meer bewezen te worden. Een goed geregistreerd recht, dat de mogelijkheid opent voor den I.E. zich eigenaar te noemen en er hypotheek op te vestigen kan niet anders dan voordeelig zijn. 4. Of de formaliteiten al dan niet begrepen zullen worden zal van den wetgever afhangen. Deze heeft het in de hand die formaliteiten tot de noodzakelijkste te beperken en ze bovendien begrijpelijk te maken. De huidige procedure heeft inderdaad een reeks van for maliteiten, die, omdat ze overbodig zijn, niet begrepen kunnen worden. 5. Dat tot nu toe de conversie geen resultaten opleverde, be hoeft ook dit heb ik reeds aangetoond geen reden te zijn, om ze niet toe te passen. Dat geeft de commissie zelf toe. 6. Het domeinrecht van den Lande kan gehandhaafd blijven, voor zoover het betreft de gronden, den Inl. nog niet in eigendom „afgestaan". Wenscht de Regeering' er niet van af te stappen, indien het den niet-Inl. betreft, die niet valt onder de categorie minder-bemiddelde Europeanen, dan is daar niets op tegen. Hier doet zich echter één moeilijkheid voor. Wat zijn de gevolgen van een ruimere toepassing van de conversie door den Inl. Dat op den duur de bemiddelde aspirant eigenaar, wil hij grond hebben, agrarisch eigendom zal moeten koopen. Op zich zelf valt daar niets tegen in te brengen, doch de Gouvernementeele bemoeienis zal dan niet meer vergoed kunnen worden met een koopprijs, daal de basis om die te eischen, het landsdomeinrecht, is weg gevallen. Dit was juist wat Nolst Trenité beoogde met zijn prae- advies: den Inl. eigendom toekennen en daardoor den koop prijs aan het Gouvernement doen verdwijnen. Zal de Re geering echter zoo'n financieele strop aanvaarden? Doet ze het, des te beter, doet ze het niet, dan is er nog wel een

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1937 | | pagina 46