8.1
noodzakelijke voorwaarde tot het bereiken van een vooropge
stelde nauwkeurigheid, maar géén voldoende voorwaarde daar
toe De eenige maatstaf, die als zoodanig gelden kan, is de
middelbare fout in de meetresultaten, en deze middelbare fout
kan alleen worden gewaarborgd door eerstens een vooraf te
bepalen meetsysteem in toepassing te brengen, ten tweede de
daarvoor geeigende instrumenten te bezigen en ten derde tot
meten capabel personeel met de meting te belasten.
Het meten met te nauwkeurige instrumenten beteekent over
daad van nauwkeurigheid en is ongewenscht vanwege de hooge
kosten en het noodelooze tijdverlies. Meet men met instrumen
ten, welke te onzuiver zijn, zoo zou men (b.v. door het telken
male overmeten van verworpen waarnemingen) binnen het ge
stelde toleransinterval kunnen blijven, dochmen bereikt
er niets meeIntegendeelde op deze wijze verkregen waar
nemingen hebben een bedriegelijke „schijnnauwkeurigheid".
Men maakt zich op deze wijze schuldig aan „nauwkeurigheids-
forceering" en dit brengt altijd teleurstelling; schijnresultaten
wreken zich vroeg of laat
Ook voor nog iets anders meenen wij te moeten waarschu
wen. Het is niet voldoende, om alleen maar te constateeren,
dat alle waarnemingen binnen het voorgeschreven toleransinter
val gelegen zijn. Men moet zich ook rekenschap c/even van de
fout en frequentie binnen dit interval. Groote waarnemingsver-
schillen moeten sporadisch voorkomen, terwijl de kleinere ver
schillen daarentegen sterk in de meerderheid moeten zijn.
Dit is iets zeer logisch, en toch wordt het vaak uit het oog
verloren. De foutentheorie leert ons namelijk, dat de fouten-
kans afneemt, naarmate de fout grooter wordt. Het is bijvoor
beeld onwaarschijnlijk, dat de waarnemingsfouten alle de bo
vengrens van de tolerans nabij komen. Is dit het geval, dan vol
doet de meting niet aan de voorgeschreven nauwkeurigheid
zulks zou trouwens zeer gemakkelijk gecontroleerd kunnen wor
den, indien men tot middelbare-foutbepaling overgaat en daar
bij indachtig is. dat de tolerans het drievoudige bedrag is van
de middelbare-fout (zie het artikel van Prof. J. M. Tienstra in