152
verrichte metingen brengen mij tot de volgende conclusies.
1. Het instrument geeft voldoende nauwkeurige resultaten
voor Kadastrale metingen.
2. Een optelconstante is niet aangetoond.
3. De vermenigvuldigconstante dient steeds vóór en na de
meting te worden bepaald door enkele afl. op korten
afstand.
4. De aflezingen moeten worden gedaan nabij het streepje
in het midden van het kijkerbeeld.
5. De aflezingen daarbuiten geven minder nauwkeurige re
sultaten.
6. De metingen behoorcn zooveel mogelijk te worden ver
richt met gebruikmaking van elevatie-brekingshoeken.
7. Eventueel noodzakelijke depressie-brekingshoeken zijn
zoo klein mogelijk te houden.
8. Het is noodzakelijk de baken te schoren. Bij gebruik
making van andjirs wordt benutting van baakverlengers
aanbevolen.
9. Een gecombineerd gebruik met latten, meetveeren enz.
is aan te bevelen.
10. Voor de opname van Chineesche kamp-terreinen en
dicht bebouwde en begroeide kampoeng-complexen is de
Kipplodis niet wel bruikbaar.
11. In grootendeels open en sterk geaccidenteerde terreinen
zal het instrument belangrijke diensten kunnen bewij
zen.
Literatuuropgave.
Gröne, „Der Neue Lotstab-Entfernungsmesser von
Zeiss" Z.f.V. 1930 pag. 469.
Schneider, „Untersuchung des neuen Lotstab-Ent-
fernungsmessers von C. Zeiss". Z.f.V. 1930
pag. 591.
Meyer-Schellenberg, „Der Neue Lotstabentfer-
nungsmesser von Zeiss" Z.f.V. 1932 pag. 712.
Pohling, „Kipplodis mit Steilsichtaufsatz" A. V. N.
1937 pag. 265.
J. van MIL.