153
DE REORGANISATIE VAN HET KADASTER IN 1874.
I. Het oude Kadaster.
Toen in 1679 een College van Heemraden werd ingesteld,
werden in Indië, althans te Batavia, tevens de grondslagen
gelegd voor een kadaster. Een onderdeel van de instructie
van dat college werd gevormd door een reeks kadastrale
voorschriften. O.m. was aan het college opgedragen te zor
gen voor een algemeene kaart, waarop alle landerijen, die
vielen onder zijn jurisdictie, behoorden voor te komen, ten
einde ieders aandeel in de ontworpen algemeene heffing
(grondbelasting) te bepalen en grensgeschillen en onwetti
ge occupatie te voorkomen, t) Het had dus een taak, die in
omvang weinig afweek van wat in den huidigen tijd van een
kadastralen dienst geëischt wordt. Dat neemt niet weg, dat
ondanks de voorbeeldige voorschriften van de uitvoering
weinig of niets terecht kwam. Later werd te Batavia een
landmeterskantoor opgericht, doch kadaster zou een te wijd-
sche naam zijn geweest voor de op dat kantoor gevoerde
grondboekhouding. Een mijlpaal in de oude Indische kadas
trale geschiedenis was de totstandkoming van Stbl. 1837
No. 3, waarbij voor de landmeters te Batavia, Semarang en
Soerabaja een instructie werd vastgesteld. Eerst toen kon
weer van eenige organisatie op kadastraal gebied gesproken
worden. Een van de gevolgen der invoering dier instructie
was, dat de aanstelling der landmeters in het vervolg door
den Gouverneur-Generaal zou geschieden; bezoldigd door
het Gouvernement werden ze evenwel nog niet. Dat ver
anderde, althans voor Batavia, in 1839, toen door de Regee
ring een bepaald bedrag 's maands ter beschikking werd
gesteld ten behoeve van het landmeterskantoor om daar
mee de uitgaven voor tractementen en bureaukosten te be
Gegevens omtrent de kadastrale geschiedenis tijdens de O.I.C. zijn
te vinden in de artikelen van S.A. Spaarwater en D.A. Berkhout
„De zakelijke rechten op onroerende goederen in N.I. tijdens de
N.O. Ind. Com." Deze artikelen zijn een compilatie van hetgeen
t.a.v. dat onderwerp te vinden is in het N.I. Plakaatboek van Mr.
J.A.v.d. Chijs. Tijdschrift K. en L. jaarg. 1888, 1889, 1896 en 1897.