tan, dat ook aan dat systeem de noodige gebreken kleefden, 165 de conclusie komen, dat men niet beter kon doen dan het oude systeem te verlaten en het met een ander, z.i. beter, te probee- ren. Dan was ook inderdaad een nader onderzoek niet noo- dig. Alles wat er elders op kadastraal gebied bestond moest wel beter zijn dan hetgeen hij hier te lande had aangetrof fen. En het eenige andere kadastersysteem, dat hij kende, was het Nederlandsch-Fransche. Wel zal hij geweten heb- doch het voldeed in de praktijk en bovenal als basis voor de grondbelasting viel er weinig op af te dingen en die laatste factor zal toch wel het zwaarst bij hem gewogen hebben. Niet alleen wilde hij dus een belastingkadaster wat niet zoo dient te worden opgevat, dat hij uit twee kadastrale sys temen gekozen had, maar in dien zin, dat een kadaster voor hem gelijk was aan een belastingkadaster doch tevens was het Hollandsche naar zijn meening het prototype. Dat bracht hem tot de volgende uitspraak„Als eerste vereisch- te voor den man, die aan het hoofd geplaatst wordt, zou ik dus wenschen gesteld te zien, dat hij onverminderd het bezit van de vereischte theoretische bekwaamheden, gron dig met het kadastrale werk in Nederland t) bekend, bij nieuwe opnemingen persoonlijk werkzaam geweest en bij de Nederlandsche 1administratie onder de beste landmeters gerangschikt zij". Behalve omtrent het te houden vooronderzoek was hij het met de commissie ook op andere punten niet eens. Z.i. stel de de laatste veel te hooge theoretische eischen aan den te benoemen leider der werkzaamheden „Ik ben bang voor te veel geleerdheid en te weinig practische kennis en onder vinding. Ik durf dit oordeel gerust uitspreken, niet alleen omdat ik zelf landmeter ben geweest en het kadaster in Ne derland ken, maar ook en vooral, omdat ik door de onder- 1) Cursiveering van mij. v.H. Er zij op gewezen, dat, mocht Motké adviseurs gehad hebben uit kadastrale kringen, hem dat niet een ruimeren kijk gegeven kan hebben, aangezien men ook daar, gelijk we op blz. 30 zagen, de Recueil Méthodique als redder in den nood beschouwde.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1937 | | pagina 38