168 Kadaster niet 70 jaar moeten voortsukkelen met een erfe nis, dateerend van vóór 1800. In verband met de toen be staande bepalingen kon hij niet anders, doch zeker is, dat wanneer hij een voorstel in die richting had gedaan, thans een der moeilijkste problemen bij herkadastreering niet zou bestaan hebben. Verder liet hij zich over die kwestie niet uit, doch wel stonden in het middelpunt van zijn belangstelling rangen en salarieering van het toekomstig personeel en de kosten van het werk. Naast een vast tractement wilde hij de landme ters wisselvallige inkomsten toekennen, afhankelijk van het aantal gemeten perceelen en de grootte dier perceelcneen salarieering, die geheel overeenkwam met de bij de tot standkoming van het Hollandsche en Fransche Kadaster toegepaste. 1In dit verband werd door hem ook het woord meetbrieven gebruikt„Ook zou het nuttig kunnen zijn een dergelijke toelage te verleenen voor elk perceel, waarbij in de nieuwe leggers, na vergelijking van de vroegere en de nieuwe meting, wordt verwezen naar het nommer van de bestaande meetbrieven, daar dit een zeer nuttig en nogal lastig werk is". Hier liet hij zich werkelijk van zijn beste zijde zien en gat hij blijk inderdaad een meer dan oppervlakkig onderzoek ingesteld te hebben. Nuttig en nogal lastig noemde hij het verband leggen tusschen het belasting-plankadaster en het eigendoms-meetbrievenkadaster. Geld moest hier den ar beid verzoeten. Later zou blijken, dat ondanks dat, de op dracht in feite onmogelijk was, daar twee ongelijksoortige zaken tot een eenheid gebracht moesten worden. Voor het ambt van Ingenieur van het Kadaster beval hij aan den Hollandschen landmeter Hiddink, op wien zijn aan dacht was gevestigd door den ex-registratieambtenaar Sprenger van Eyk. Deze laatste werd door hem tot oordee- 1) Zie M. de Vos, Het Kadaster, blz. 18, die erop wijst, dat de on nauwkeurigheid der plans grootendeels te wijten is aan die wijze van bezoldinging.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1937 | | pagina 41