Ongetwijfeld zal het verschijnen van dit werkje van vele
zijden toegejuicht worden, zoowel bij het onderwijs, waar
men nu van een hinderlijke en overbodige foutenbron ver
lost is (als de centesimale verdeeling tenminste op de mid
delbare scholen toegestaan wordt) als door de vele technici,
die in de laatste decennia de tiendeelige hoekinstrumenten
hebben benut en leercn waardeeren.
Helaas is de invoering van het centesimale stelsel bij het
Indische kadaster nog niet aan de orde, zoodat we met een
korte bespreking van de tafels zullen volstaan.
Bij de samenstelling heeft men een drietal 7-decimaligo
voor het nieuwe stelsel berekende tafels benut, die reeds
1800 verschenen zijn, en weer berusten op de onvolpre
zen tafels van Adriaan Vlacq, die in 1628 te Gouda werden
uitgegeven.
Waarom de samensteller alleen voor de interpolatietafels
fraaie en duidelijke staartcijfers gebruikt heeft, en voor de
hoofdtafels onduidelijke ronde cijfers, is voor mij een open
vraag.
In de voorrede van de logarithmentafel van Pesch en Wij-
denes wordt gewezen op het voordeel, dat het gebruik van
staartcijfers heeft boven dat van ronde cijfers. Ook in het
slotwoord van Gausz' logarithmentafels vinden we een der
gelijke uitspraak.
In ieder geval doen de tafels door het niet gebruiken van
staartcijfers erg druk aan.
Voor de negatieve wijzers wordt de Fransche notatie ge
volgd 1.42163 0.42163 1 9.42163 (—10).
Rehalve de gewone logarithmentafel en de log sin, log
cos en log tg tafel, zijn ook de natuurlijke waarden van de
goniometrische functies opgenomen. De algemeene toepas
sing zou waarschijnlijk echter beter gediend zijn door de
toevoeging van enkele hulptafeltjes.
Bij het doorbladeren der tafels valt nog één der belang
rijkste voordeelen van de centesimale hoekverdeeling op,
n.l. het gemak der interpolatie, immers bij de nieuwe inter-