Nomogram ter berekening van het tijdstip der zonswaarneming gerekend van af 6u. voorm. waren,
plaatselijken tijd en uitgedrukt in graden.
Gebruik van nomogram.
Het nomogram dient ter berekening van ongeveer het middelbare tijdstipt der zonswaarneming
gerekend in graden van af 6 uur voorraiddags plaatselijkeware tijd. Gebruikt worden hiervoor-
de declinatie /J, de gemiddelde gemeten hellingshoek h en het gemiddelde azimuth der zon a. A
wordt uit den declinatiestaat genomen (zonder interpolatie), h en a worden uit meetmannaal
gevonden,waarbij a nog met de benaderde--correctie-die in den regel bekend is-vexjbetard wordt.
Met een puntig echter zacht potlood worden de gevonden waarde voor At h en (eventueel ver
beterd) a op de bijbehoorende ladders aangeteekend en met de letters Ah en a voorzien. Dan
wordt h met a door eene rechte lijn verbonden,het snijpunt met de lijn OP heet Q. Vervolgens
wordt de rechte lijn A Q, geteekend en verlengd tot de snijding met de bovenste ladder. Dit
punt geeft dan de gezochte waarde van ren wel moet diegene waarde gebruikt worden,welke tus-
schen het gelijke soort van haakjes staat,als het voor de berekening gebruikte azimuth a. f
wordt zoo mogelijk met graden en mi ruten opgegeven.