136 Beschouwen we thans de boldriehoek P.SZ, (zie figuur 2) waarin SF f de loodrechte boog voorstelt van S op PZ. P (ooi) In de rechthoekige bol A FSZ issin f sin a cos b. In de rechthoekige bol A FRS issin f sin r cos 8. of S (Ier) 'og sin f log sin a log cos h. log sin t log cos 8. In verband met formule I kunnen deze vormen wor den geschreven (euiih) V Figuur 2- 2 cos 2 1 1 1 log sin a log cos h log sin f en VI 1 2 cos log sin r log cos 8 log sin f. Wat betreft de verschillende factoren van deze formules, is a door aflezing van de boussole bij de zonswaarneming voldoende nauwkeurig bekend; een benaderde 8 is aan een declinatietabel te ontleenen, terwijl h is gemeten. De on bekenden r en f moeten dus uit de beide vergelijkingen op gelost kunnen worden. Beschouwing van formule V doet gemakkelijk inzien, dat wederom een systeem van 3 rechte lijnen is te gebruiken. W

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1937 | | pagina 9