195
Verder verliest het opgeven van de bedoelde cijfers ge
heel zijn nut, zoodra de teekening van het perceel met juist
heid op schaal is vervaardigd en de verhouding der schaal
op den meetbrief is uitgedrukt.
Bij Gouvernements besluit Staatsblad 1837 no. 3, art. 6 en
7 en bijlage lett. A, was dan ook teregt voorgeschreven, dat
de teekening op schaal moest zijn, doch hierin is geen sprake
van het aanduiden der afstanden in cijfers.
Het is mij gebleken, dat de bestaande blokkaarten waaruit
tot heden de meetbrieven getrokken worden l), niet meer
zijn, dan zeer slechte schetsen die geen schaal houden en
den naam van grondplan niet verdienen welligt heeft men
dat ingezien en is het besluit 1842 No. 17 eene onvolkomene
poging geweest om aan de meetbrieven eenige technische
waarde te geven.
Thans echter is het nieuwe kadaster zoo ver gevorderd,
dat bij het maken van meetbrieven de perceelen bijna alle
van de vervaardigde kaarten kunnen worden overgenomen
of uit de voorhanden meetcijfers gekaarteerd.
Daar deze kaarten uiterst juist op groote schaal zijn ver
vaardigd en al de perceelen in verband met elkander zijn in
kaart gebracht, zal uit deze teekening van de perceelen door
elke deskundige de lengte afmetingen, de ligging ten op
zichte van andere eigendommen en de oppervlakten kunnen
worden afgeleid en dus het aangeven van cijfers ten minste
overbodig worden.
Nergens waar een kadaster is, worden op de kadastrale
extracten (hier meetbrieven) deze cijfers gesteld.
Verder verdient nog opmerking, dat het formulier op de
meetbrieven gesteld, luidt als volgt Afmetingen. Aan de
1) Dit oordeel van Yerstijnen omtrent de beteekenis der blokkaarten
komt mij niet geheel juist voor. Het mag waar zijn, dat in de
laatste jaren, voorafgaande aan de reorganisatie in vele gevallen de
meetbrieven extracten waren uit die blokkaarten, doch in zijn al
gemeenheid gaat Yerstijnen veel te ver. Het is een vrijwel onmo
gelijke opgave om uit te maken, wat onder blokkaarten zijn te
verstaan en wat men er oorspronkelijk mee bedoelde, doch zeker
is dat ze niet dienden tot legger van de op te maken meetbrieven.