205
kadaster in Nederlandsch-Indië voorloopig alleen wordt be
oogd, de meest mogelijke rechtszekerheid aan den eigendom
te verschaffen", werd door Verstijnen een Reglement voor
de bewaarders van het Kadaster ontworpen. 1De aanhef van
dit Reglement, dat 129 artikelen inhield, luidde: „De be
sluiten in Stbl. 1837 no. 3, 1842 no. 17, 1834 no. 27, 1859 no.
27, 1823 no. 5 en in Bijblad no. 1672, benevens alle later daar
in gebrachte wijzigingen en aanvullingen, voor zoover in
strijd met het nieuwe Reglement worden buiten toe passing
gesteld voor die plaatsenwaar een nieuw Kadaster is opge
maakt en in werking gesteldDeze radicale opruiming was
mogelijk omdat onder genoemde staatsbladen geen algemee-
ne verordening van hoogeren rang voorkwam dan een or
donnantie en de instructie ook bij ordonnantie zou worden
vastgesteld. In de toelichting zei Verstijnen, de artikelen 81
(thans art. 2 Stbl. 1880 no. 147), 84, 88 en 89 (thans art. 55
en vgl. l.B.K.) te willen doen strekken ter vervanging van
de bepalingen in de ordonnantie op de overschrijving in Stbl.
1834 no. 27 en in de Gouv. landmetersinstructie van 1837,
betreffende de afgifte en overlegging van landmeterskennis
sen en meetbrieven.
De Directeur van Justitie onthield zijn goedkeuring aan
het ontwerp, omdat daarin zijns inziens en terecht wettelijke
en administratieve bepalingen dooreengemengd waren. Op
zijn beurt diende dit departementshoofd een ontwerp in van
4 artikelen, met als considerans: „dat Hij, het noodzakeijk
achtend om bij de geleidelijke invoering der Kadastrale
boekhouding op Java en Madoera, tevens maatregelen te
nemen ter vervanging van de landmeterskennissen en meetbrie
ven door extraeten uit het K ad etst er en de Kadastrale plans.
Met extracten uit het Kadaster zal hij wel bedoeld hebben
extracten uit het Kadastrale hoofdregister, dat de plaats
zou gaan innemen van het „verpondingskohier".
Evenwel sprak de Raad van Nederlandsch Indië zijn af
keuring uit over het door den Directeur van Justitie over
gelegde ontwerp, er op wijzend, dat het bepalingen betref-
1Aldus Polak in zijn rapport.