217
sin a sin
sin sin (a f3)
Gesubstitueerd in 2) geeft dit:
sin sin /3 sin (a /3)
f V
Dit type vergelijking geeft dus weer aan, dat drie pun
ten, bepaald door r/ en (die we variabel kunnen nemen)
op een rechte liggen.
We voeren daarna in
i mi (p (p)
Vtx-2 <P (<l)
nz x (z) '^:in 's
sin a sin f3 sin (a /3)
Mi V (P) M2 t (q) Ms X (z)
Kiezen we nu de 's zoodanig, dat voldaan wordt aan de
betrekking
sin a sin f3 sin (a /3)
Ml M2 M3
dan verandert deze vorm in
1 1 1
<P (p) 'P (q) X (z)
waarbij we dus de op blz. 135 van dit tijdschrift genoemde
vorm III weer hebben afgeleid.
Nemen we a f3, dan wordt juj - /xL>, d.w.z. om de moduli
voor p en q gelijk te kunnen nemen, maken we f3.
is dan bepaald, doch daar deze schaal van ons nomo
gram alleen als scharnier fungeert, is deze niet van belang.
J.G. JANSSEN.