Jaargang 1937, Af!. 4
DE REORGANISATIE VAN HET KADASTER IN 1874.
(Vervolg).
Hoe hij zich de taak van een kadaster voorstelde, blijkt
uit zijn algemeene beschouwingen, die waren toegevoegd
aan het ontwerp
„Alvorens tot de organisatie zelve over te gaan, is het
ter beoordeeling daarvan welligt nuttig, aan te geven, wel
ke resultaten ik mij voorstel, door een goed Kadaster te
bereiken en verder mijn denkbeelden, die de leidende ge
dachte bij het opmaken van het ontwerp hebben uitgemaakt,
ecnigszins nader te ontwikkelen.
Ofschoon liet Kadaster overal met een speciaal doel (re
gelmatige verdeeling der grondbelasting) in het leven werd
geroepen, bieden de uitkomsten zooveel bruikbare en dik
wijls onmisbare factoren, voor verschillende takken van den
Staatsdient en bijzondere administratiën aan, dat het een
maal deugdelijk tot stand gebracht en goed bijgehouden,
spoedig in tal van administratiën zoodanig geworteld is,
dat het er een hoofdvoorwaarde van uitmaakt. Een goed
Kadaster moet naar mijne opvatting de volgende zaken be
vatten
Een juist opgemaakte kaart, die den bodem en zijne eigen-
doms- en cultuurverdeeling volledig voorstelt.
De indeeling en omschrijving van elke kaart, elke buurt
en elk perceel moet zoodanig zijn, dat het, in geschriften,
met de meeste zekerheid door het aanhalen van benaming
en nummers kan worden aangeduid.
Van elk perceel moet bekend zijn de oppervlakte, de kui
tuur, de waarde en de naam van den eigenaar en verder
moeten de verloren grenzen van een perceel, daaruit op
het terrein met juistheid kunnen worden teruggevonden.
Eindelijk moeten alle perceelen, waarop eenzelfde persoon,
binnen eenzelfde afdeeling, dezelfde regten heeft, op één
artikel van den kadastralen legger (hoofdregister) worden
\erzameld, om al de gegevens dadelijk te kunnen vinden.