6
maar stelde den vrijen Inlander inzake grondrechten volkomen
gelijk met den Europeaan).
Uit de op het Kadasterkantoor Batavia aanwezige blok-
registers blijkt, dat het onder ten zesde vermelde van bovenge
noemde resolutie n.l. het te gelde maken van de opgespeurde
erven en landerijen, welke zonder bekende eigenaars zijn, wel
aardig wat in het laadje gebracht zal hebben. Er zijn heele regis
ters met honderden perceelen, waarvan de omschrijving aanvangt
met de stereotiepe zin: ,,Een erf, waarvan de eigenaar onbekend
is enz. enz. thans geregistreerd ten name van voor de
somma van rijksdaalders."
Nog een reden welke een commercieel lichaam als de V.O.C.
er toe noopte een kostelooze opname en teboekstelling der per
ceelen te ordonneeren, waren de veelvuldige moeilijkheden, die
het Stadsbestuur en Heemraden ondervonden in hun taak de we
gen, waterloopen en leege erven schoon te doen houden. Aan de
eigenaren van de aanliggende gronden was opgedragen de ge-
meene wegen en waterloopen in goeden bruikbaren staat te onder
houden. Want een Kadaster, waaruit met één oogopslag kon
worden nagegaan wie de ware eigenaars der tuinen, huizen en
landerijen waren kon uiteraard evengoed dienst doen om hen op
te sporen, die voor dat onderhoud aansprakelijk waren.
Laten dan de Edele Compagnie's dienaren niet met de uit
sluitende bedoeling de rechtszekerheid der individueele eigenaren
te bevorderen, opdracht tot deze kadastreering gegeven hebben,
we hebben toch een groot respect voor de zeer vooruitstrevende
blik, welke zij toonden te bezitten.
Het is niet onaardig op te merken, dat het streven van nu
om de overschrijving op het kadasterkantoor te doen plaats heb
ben in 1778 reeds vervuld geweest is, want er werd toen een
landmeters comptoir opgericht om gebruikt te worden, zo ten
dienste van Schepenen, als Heemraden der Bataviasche Omme
landen als voor de landmeters, terwijl alle kaarten en andere de
landmeterij concernerende documenten, als mede de registers ten
voorschreven comptoire effen gehouden moesten worden".
Niet minder opvallend is, dat tegenwoordig de grootste sti
mulans voor het uitvoeren van hermetingen in Holland, uitgaat
van het Stadsbestuur, dat, evenals reeds in 1778 dat van Batavia,
zooveel profijt kan hebben van een goed Kadaster.