12 Voor bijna ieder bloknumrner is vermeld ,,en is gemeten met gemeene muren, een eigen muur, over een sloot aan een gemeene weg" enz. enz. Verder vinden wij zeer veel erfdienstbaarheden van uitweg, van afwatering enz. vermeld, Ook de meting van elk perceel afzonderlijk zal nog al eens 't een en ander te wenschen overgelaten hebben. Zoo blijkt uit massa's perceelen, welke uit gegeven zijn met een breedte van één roe, waarvan de bebouwing nog aanwezig is, en de afmetingen dus nu nog te controleeren, dat wel met een zeer variabele roede gemeten moet zijn, want lengten korter dan 3.50 ni. en grooter dan 4-m. komen broederlijk naast elkaar voor. Vaak moet ook de lengte van den koopbrief overgenomen zijn, zooals voor een groot perceel buiten Batavia (in de Ommelanden") kan blijken. Wij vonden, dat vanaf 1660 tot heden in de gerechtelijke akten de afmetingen tot op voeten nauwkeurig constant overgenomen waren, terwijl het perceel toch meerdere keeren opnieuw opgemeten was. Zeer handig in de opzet was de samentrekking van ,,de een naast den ander liggende perceelen aan één eigenaar toebehooren- de". Daarmede is het aantal te registreeren perceelen buiten gewoon veel verminderd, zooals uit de registers duidelijk te con- stateeren valt. De bijhouding van de nieuwe eigenaren geschiedde direct bij de aangifte voor de landmeterskennis (Geregistreerd dd. dus vóórdat de levering geschied was. Splitsingen werden op hetzelfde forlio verwerkt. Dit geeft nu nog al wat moeilijkheden, want al werd meestal een onderver deeling in 55a, 55b enz. gemaakt, toch is het vaak noodig met behulp van de namen der belendende eigenaren uit te maken, waar het betreffende perceel moet liggen. Nog veel bedenkelijker wordt dit, wanneer, zooals in het hier afgedrukte model een deel van een perceel wordt samengetrokken met een ander perceel. In dit voorbeeld komt nu gelukkig nog een schets in de blokkaart voor van het nieuwe perceel, maar wanneer deze ontbreekt, dan is het vaak onmogelijk er wijs uit te worden. De toegankelijkheid tot de blokperceelen wordt mogelijk gemaakt, doordat de Gouverne- ments landmeters bij de samenstelling van de eerste verpondings kohieren verwezen hebben naar de nummers der blokperceelen en waar deze verwijzing ontbreekt, is uit de ligging op kadastraal plan en blokkaart nog wel na te gaan welk folio van het blok- register opgeslagen moet worden. D. D. JUMELET.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1938 | | pagina 17