34 „Indien de daartoe aangewende pogingen vruchteloos blijken, worden beide perceelen onder één nummer op kaart gebracht en geboekt ten name van een der eigenaren en consorten''. Ten einde verband te brengen tusschen de oude en nieuwe kadastrale aanduiding, werd hetzelfde op de kaart verricht, wat de Resident op het terrein wenschte uitgevoerd te zien, n.l. de grenzen der perceelen werden met behulp der bestaande meet brieven en blokkaarten, zoo noodig na raadpleging der eigendoms akten, zoo goed mogelijk overgebracht op eene kopie van de nieuwe kadastrale kaart. Daarna werden de perceelen in de kadastrale registers te naam gesteld, en wanneer men die registers opslaat, zal men uit menige bijvoeging van het worod „Consorten" kunnen zien, dat waar werkelijk verschil tusschen verkregen recht en bezit ge constateerd kan worden, zulks wel degelijk is geschied. Bij het overbrengen der grenzen van de oude meetbrieyen op de kadastrale kaart, zouden, ingeval de oude meetbrieven goed waren en de afscheidingen niet veranderd zijn, de grenzen der belendende perceelen elkaar moeten bedekken. Dat doen ze echter in den regel niet, zooals uit de door den ingenieur van Soerabaja overgelegde bijlagen ten duidelijkste blijkt. Wanneer wij b.v. bijlage 8 ter hand nemen, dan blijkt, dat tusschen de perceelen No. 3 en No. 157 een stukje blijft liggen; dat een gedeelte van No. 126 tweemaal zou zijn uitgegeven en er een driehoekje overblijft; dat een gedeelte van No. 133 en No. 134 voor de tweedemaal zou zijn afgestaan; bij No. 140, dat de eigenaren van Nos. 5, 130, 66, 22 en 140 hunne gebouwen gedeeltelijk op de erven hunner buren zouden hebben gesticht enz. enz. Tal van dergelijke ongerijmdheden zouden nog uit dit kaartje gereleveerd kunnen worden, zooals vooral op bladzijde 9 der aan gehaalde missive van den ingenieur van het kadaster te Soerabaja kan blijken, en honderden uit de overige bijlagen. Het zou te ver voeren, doch zeer gemakkelijk zijn, aan te toonen, dat het in al de hier besproken gevallen bijna niet denk baar is, dat de afwijkingen zouden voortvloeien uit op het terrein gewijzigde toestanden, maar wel dat zij het gevolg moeten zijn van leemten in de oude meetbrieven en ik ben overtuigd, dat het zelfs maar zeer zelden voorkomt, dat een oude meetbrief de vol-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1938 | | pagina 39