43
b.v. hebben gelijksoortige instrumenten in aanbouw. Veelal echter
waren de moeilijkheden bij de constructie van de cylindrische
assen en de meer gecompliceerde optiek der afleesmicroscopen
een bezwaar.
Men krijgt na de beschouwing van deze instrumenten wel
sterk den indruk, dat in 10 jaren tijd de moderne theodoliet
zich reeds tot een bepaald standaard-type ontwikkeld
heeft, wat dan tevens een bewijs is dat het type voldoet.
Uiteraard zijn er nog vele, en niet onbelangrijke, verschil
punten aan te wijzen, doch deze zijn minder een gevolg van
technisch kunnen als wel van verschil in opvatting of smaak van
den gebruiker, b.v. de schaalmicroscoop (Zeiss en Galileo) of de
optische micrometer (Wild), de automatische repetitie (Zeiss),
de verbeterde repetitie (Wild) of de reïteratie (Galileo).
Over de dubbelbeeldtachymetrie is helaas in de Italiaanschc
brochures niets te vinden. Zou men, evenals in Frankrijk, deze
werkwijze niet kennen?
Ook de waterpasinstrumenten van de Italiaansche fabriek
vallen op door hun overeenstemming met de moderne Duitsche
en Zwitsersche fabrikaten.
Voor middelbare nauwkeurigheid is het type P dadelijk naast
de Zeiss C te plaatsen. Alle instrumenten van Galileo kunnen,
behalve van een sexagesimale en centesimale, ook van een
sexadecimale (1 kwadrant 90°,0000 randverdeeling voorzien
worden, waarbij het opvalt, dat bij dit instrument laatstgenoemde
uitvoering de normale is.
Het type M is voor nauwkeurige waterpassingen bestemd.
De kipschroef werkt hier niet op de vertikale as, doch op
een horizontaal tusschenstuk (evenals bij sommige oude instru
menten). Het inspelen van het niveau is in hét gezichtsveld van
den kijker waar te nemen.
Deze constructie, die o.m. ook bij Breithaupt en Fennel voor
komt, is blijkbaar aanleiding om de bereikbare nauwkeurigheid
o.i. wel wat te overschatten 1 mm per km).
d. J.