45
De grondbelasting speelt bij dit alles een belangrijker rol dan
in Indië, waar we vanaf den aanvang met een eigendomskadaster
te doen hebben gehad. Toch blijkt dat ook in Holland meer en
meer de richting van een eigendomskadaster is opgegaan.
Uitvoerig wordt stilgestaan bij het publiciteitsprincipe en de
moeilijkheden, die voortvloeien uit het noemen van verkeerde
nummers worden ons aanschouwelijk voorgesteld. We maken
kennis met de gevolgen, verbonden aan het opnemen van tegen
strijdigheden in de akten en komen, als S. pleit voor opmeting
alvorens de akten worden opgemaakt, tot de conclusie, dat wij
ons, wat betreft dat punt, op de borst kunnen slaan en zeggen:
,,Dat hebben we al."
Na het Kadaster is de hypothecaire boekhouding aan de
beurt. Ook hiervan lezen we de geschiedenis, de inrichting der
boekhouding en de raadpleging ervan. Een reeks bladzijden is
vervolgens gewijd aan de in- en overschrijving en de doorhaling,
en belangrijk zijn de beschouwingen over de betrouwbaarheid van
de kadastrale gegevens. S. komt o.a. tot de conclusie, dat het
ónmogelijk is onder de tegenwoordige wetgeving in Nederland
een absoluut betrouwbare grondboekhouding samen te stellen.
Meer van dergelijke uitspraken volgen thans, en daar ze m.m.
evenzeer op het Indische kadaster van toepassing zijn, laten we
er hier nog eenige volgen: De beteekenis van de kadastrale aan
duiding hangt af van de feitelijke omstandigheden. Verder: de
kadastrale legger geeft geen volkomen betrouwbaar, maar wel een
vrij goed beeld van den eigendomstoestand. En als de kadastrale
grens ter sprake komt, toont S. ons aan, dat het de meetgetallen
zijn en niet de dikwijls onduidelijke afbeelding op de kadastrale
kaart, die de ligging van de kadastrale grens bepalen, en dat de
vraag of de kadastrale grens met de eigendomsgrens overeenkomt,
voor elk geval afzonderlijk onderzocht moet worden.
Het werkje wordt besloten met een verhandeling over het
scheepsregister, een instelling, waarmee het Kadaster in Indië,
evenals met de hypotheken, niets te maken heeft.
Vergelijken we nu het beeld van het Kadaster, dat ons ge
geven wordt met dat, wat de oudere werken ons bieden, dan valt
het op, hoe weinig in de laatste jaren, afgezien van enkele ver
eenvoudigingen in de boekhouding en de nauwkeuriger wijze van
werken, het Kadaster in feite verandert is en hoe men eigenlijk
nog voortwerkt op een basis van 100 jaar geleden, een basis,