56
van 10 centreeringen, de waarnemers verwisseld en had herhaling
plaats, zoodat 3 series van 10 centreeringen werden gemeten. Na
dit onderzoek, dat in een windstil vertrek plaats had, werden de
waarnemingen bij centreeringen met schietlood en loodstaaf her
haald bij matigen wind.
Met inachtneming van deze omstandigheden werden de volgende
resultaten verkregen, afgerond in volle millimeters.
schietlood loodstaaf optisch lood
grootste centreerfout 2 mm 3 mm 1 mm
middelbare centreerfout 1 mm 2 mm ±0.5 0.1 mm
De centreering van het instrument had bij deze proeven met
groote zorgvuldigheid plaats gehad, waaruit mag worden gecon
cludeerd, dat de centreering van het schietlood een zeer gering
aandeel (±0.1 mm) in de totale centreeringsfout van het instru
ment heeft gehad en de opgegeven waarden moeten worden be
schouwd als te zijn de resultanten van een aantal andere fouten-
oorzaken.
Met betrekking tot den nu behandelden straatpot mag worden
opgemerkt, dat de opening boven het punt om practische redenen
geen groote afmetingen kan aannemen, waardoor de centreer-
mogelijkheden geringer worden. Doordat de coïncidentie van het
punt met het centrum van het schietlood moet worden waargeno
men en deze waarneming moet worden verricht door een cilinder
van 60 cm, treedt parallax op, waardoor aan de door Werkmeis
ter gevonden waarden voor schietloodcentreering, gebaseerd op
centreering boven een punt op den grond, nog moet worden toe
gevoegd de fout, ontstaan door het optredende verschilzicht.
Het is niet mogelijk door den pot de samenvalling van het punt
met het schietloodpunt bij deze verzekeringswijze waar te nemen.
Hierdoor ontstaat de noodzakelijkheid een andere centreerings-
wijze toe te passen dan tot heden gebruikelijk is, maar welke in
verband met de noodige systematiek hiervan zoo weinig mogelijk
mag afwijken.
Een centreermethode, waarbij een cilindervormig schietlood
(zonder punt) met een diameter van werd opgehangen boven
een bout van 1%" diameter, geplaatst 60 cm beneden het maai
veld in een straatpot model als vooromschrevenen waarbij
getracht werd zonder hulpinstrumenten vanuit twee rechthoekig
op elkaar staande richtingen de beide aan weerszijden van het