62
VERBETERDE MEETBRIEVEN.
Na de inwerkingtreding van de nieuwe registratie-instructie zal
men tot het ressort van een kadastrale afdeeling betrekken alle
kaarten, welke een kadastrale opzet hebben. De op deze kaarten
afgebeelde rechtsperceelen zullen al of niet met kadastrale num
mers worden aangeduid. Overal waar deze nummering is inge
voerd, zal ze blijven bestaan, doch voor plaatsen, waar men voor
de perceelsaanduiding naast het verpondingsnummer tot heden toe
slechts gebruik heeft gemaakt van het meetbriefnummer, zal eerst
dan een kadastrale nummering plaats hebben als daaraan bepaal
delijk behoefte wordt gevoeld.
Het is algemeen bekend, dat er steeds een duidelijk onderscheid
heeft bestaan tusschen perceelen onder een rechtstitel bezeten
en de z.g. kadastrale perceelen, waarbij het zwaartepunt uitslui
tend ligt in de aanduiding door middel van het kadastrale nummer.
Het Kadaster stelt zich tot taak door middel van laatstbedoelde
nummering het verband te leggen tusschen rechtsperceelen en
kadastrale perceelen.
Waar bij rechtsperceelen het object beoordeeld wordt naar de
opgemaakte meetbrieven der perceelen, zal het instituut van ver
beterde meetbrieven eerst dan een goede basis hebben verkregen,
als van alle rechtsperceelen meetbrieven bestaan. Op plaatsen,
waar de perceelsadministratie dateert van de 17e of 18e eeuw,
ontbreekt hieraan nog veel. Dit is een gevolg van het feit, dat
deze registratie destijds niet is uitgevoerd naar behoorlijke richt
lijnen, zoodat dikwijls een hopelooze verwarring is ontstaan. Ook
de vaagheid in aanduiding dier perceelen heeft hiertoe medege
werkt. Uit het bovenstaande blijkt voldoende dat de omschrijving
dier perceelen zeer veel te wenschen liet, hetgeen geenszins be
vorderlijk was voor een onbetwistbare rechtszekerheid. In den
loop der jaren deed zich in het intensieve verkeer der grondrechten
meer en meer de behoefte gevoelen van het oorspronkelijk fiscale
Kadaster, dat zich meer met den bezitstoestand als zoodanig be
moeide, een rechtsgeldig Kadaster te maken. De taak die daarbij
aan het Kadaster werd opgelegd, was niet gemakkelijk. Het ging
er om de specialiteit van het rechtsperceel ter onderscheiding
van de publiciteit, voortvloeiende uit de rechtsoverdracht, waar
over het Kadaster zich geen oordeel vormt behoorlijk vast te