66 dacht geschonken aan de stabiliteit van een kadastraal nummer. Het voortdurend veranderen van een kadastraal nummer van een rechtsperceel heeft door aanduiding van „herziening plan" nog herhaaldelijk plaats. Dit moet m.i. beperkt blijven tot die ge vallen, waar omtrent de rechtsgrenzen op bovenomschreven wijze volkomen zekerheid is verschaft. Het Kadaster is geenszins een instituut om over kadastrale aanduiding der rechtsperceelen buiten medeweten van de eigenaren een eigen beslissing te nemen. De plicht van het Kadaster is we hebben het hierboven reeds gezegd het verband te leggen tusschen de rechtsperceelen en de kadastrale perceelen, doch dit verband moet voor ieder be grijpelijk zijn en niet zoodanig dat het Kadaster een instelling wordt van de meest ingewikkelde structuur. Wanneer men zich aan bovenstaande voorschriften houdt, zal het veel minder voorkomen dat bij overgang van een geheel rechts perceel een ander kadastraal nummer wordt opgegeven dan het in de vorige akte vermelde. Elke verandering in nummering is dan gebaseerd op een grensdelimitatie en zoonoodig bij nieuwen meetbrief vastgelegd. Dit geeft vertrouwen ook tegenover den rechter. Een foutieve ligging van het rechtsperceel op het plan - uit sluitend als gevolg van een vroeger minder juist uitgevoerde ka dastrale planmeting, kan zonder vernummering hersteld worden, mits in de afbeelding van het rechtsperceel zelve geen wijziging ontstaat. Artikel 16 van Staatsblad 1916 No. 517 geeft het middel aan de hand een verbeterden meetbrief op te maken, als in den bestaanden meetbrief fouten zijn ontdekt, die aanleiding tot grenskwesties kunnen geven. Dit voorschrift heeft in tegenstelling met ons nega tief rechtsbegrip positieve tendenzen. Waar het publiciteitsbeginsel uitsluitend beheerscht wordt door de stelling: niemand verkrijgt meer rechten dan hem zijn overgedragen, gaat men bij het spe- cialiteits beginsel hier iets verder. Gemaakte fouten in de speciali teit kunnen hersteld worden. Alleen is hier de restrictie gemaakt: die aanleiding kunnen geven tot grenskwesties, waaruit dus volgt dat het Kadaster niet voor alle mogelijke fouten een verbeterden meetbrief kan eischen. Een foutieve grenslengte (gevolg van on juiste meting of kaarteering) zal niet onvoorwaardelijk tot gevolg hebben dat een verbeterde meetbrief moet worden gemaakt. Wel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1938 | | pagina 22