67 degelijk moet overwogen of er grenskwesties door kunnen ont staan. Zoo zal b.v. als geconstateerd wordt, dat vaste terrein- voorwerpen, die de nreetbriefgrenzen afpalen op hun plaats zijn gebleven, den meetbrief niet verbeterd behoeven te worden alleen op grond van het feit, dat opgegeven grenslengten onjuist zijn. Evenmin zijn de gevolgen die daaruit voortvlooien, zooals foutieve kaarteering en oppervlakteberekening, zonder meer aanleiding een verbeterden meetbrief te eischen. Bestaat echter t w ij f e 1 om trent het grensverloop, dan is dit artikel, zoowel voor perceelen binnen als buiten eenige kadastrale afdeeling gelegen, van toe passing. Hieronder vallen dus ook die rechtsperceelen, welke bin nen een kadastrale afdeeling met een geheel kadastraal nummer zijn aangeduid, doch waarvan de meetbrieven de grenzen niet zoo danig weergeven, dat grenskwesties zijn uitgesloten. Is, ondanks het ontdekken van een fout in den meetbrief, de tijd nog niet gekomen een verbeterden meetbrief te eischen, dan zal men toch niet kunnen nalaten het kadastrale plan, dat immers een juiste afbeelding van het terrein moet geven, te herzien. Daarbij moet aan het perceel een nieuw kadastraal nummer gegeven wor den, aangezien de kadastrale grenzen onderling op het plan wijzi gingen ondergaan. Wij krijgen dus nu den noodgedwongen toe stand dat de meetbrief niet meer is een extract uit het kadastrale plan. Deze toestand zal echter steeds van tijdelijken aard zijn. Immers zoodra de vaste terreinvoorwerpen (merkteekenen of muren) die de grenzen van het meetbriefperceel afpalen, verdwij nen of verplaatst worden, zal een nieuwe meetbrief bij eerstvol- genden overgang geëischt kunnen worden. Het zal dus zaak zijn bij eiken overgang een onderzoek in loco in te stellen, tenzij uit metingen, na de afgifte van den meetbrief gedaan, voldoende blijkt dat ten aanzien van de grensverzekering het plan een ander beeld heeft. Uit het vorenstaande blijkt duidelijk dat men ook bij het ver zoek om een grensuitzetting van dergelijke perceelen voorzichtig te werk moet gaan. Bestaan de oude grensverzekeringen nog, dan zal zoo'n uitzetting geen moeilijkheden geven. Zijn deze echter verdwenen, dan zal men den eigenaar er op moeten wijzen, dat het niet mogelijk is zijn perceel conform den afgegeven meetbrief uit te zetten, aan hem overlatende of hij genoegen wil nemen met een uitzetting van het perceel, zooals het Kadaster zich voorstelt

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1938 | | pagina 23