75
Uit verschillende metingen is gebleken, dat de middelbare fout
in de afstandmeting bij deze werkwijze evenredig is met de wortel
uit de afstand. De factor /3 uit de eerste formule blijkt na ver
effening van de waarden uit bovenstaande tabel negatief uit te
vallen, hetgeen onmogelijk is, zoodat als doelmatigste formule
overblijft m a V s, s2
Na vereffening wordt nu gevonden a 0,0483.
Als tolerans t 3 m zou men dus verkrijgen t 0,145 y s, s2
Wij zouden echter de voorkeur willen geven aan de formule
t 0,0007 (s-, So) 0,07, welke voor gemiddelde afstanden
(s, s2 80 a 100 m) ongeveer gelijke uitkomsten geeft. Deze
toleransformule heeft betrekking op het verschil tusschen de beide
aanpeilingen, voor het gemiddelde krijgt men dus een middelbare
fout in de ligging van het dubbel aangesneden terreinpunt van
1/6 van de toleranswaarde of ongeveer 2/2 cm (op 100 m).
Is dit voldoende?
Zooals wij reeds opmerkten zijn ons geen gegevens over de
nauwkeurigheid van de orthogonaalmethode hier te lande bekend.
Herrmann (Zeitschrift für Vermessungswesen 1936, bl. 251 e.v.)
berekent voor een z.g. ordinatenpunt (grenspunt) een m.f. van
2,9 cm. i) Wanneer men, al dan niet ten onrechte, de meening
zou zijn toegedaan dat hier een grooter nauwkeurigheid bereikt
wordt, dan zou men zich ongetwijfeld ook dienen af te vragen of
het economisch verantwoord is om een dergelijke nauwkeurigheid
te eischen. Het zou zeker geen onverdeelde reclame zijn, indien
voor goedkoope Indische gronden een scherper maatstaf aangelegd
zou worden dan in Europa gebruikelijk is.
Om die reden zou het o.i. dan ook aanbeveling verdienen om
voor de allergoedkoopste gronden in het algemeen dus die bui
ten de kadastrale afdeelingen of blokkaarten de tolerans nog iets
te verruimen en te stellen op t2 0,0010 (s, s2) 0,10.
C. J. W. DE JONG.
Zie ook dit tijdschrift Jr. 1931 bladz. 1 e.v.