90
Verstijnen een uitdrukkelijke bepaling, strekkende om dat register
gelijdelijk af te schaffen noodig en schreef daarom in art. 212 voor:
„Het verpondingskohier (aanhangsel form. 26) wordt waar het
perceelen geldt, gelegen buiten eenige kadastrale afdeeling, ge
regeld bijgehouden, en waar het perceelen betreft, gelegen binnen
eenige kadastrale afdeeling, niet langer dan tot den eersten over
gang van een onroerend goed na de inwerkingtreding van Staats
blad 1880 No. 147.
Waar aan de ambtenaren van het Kadaster de administratie
der verponding blijft opgedragen, wordt het verpondingsregister
voor alle perceelen voortdurend bijgehouden en de mutatiestaat
(aanhangsel form. 28) periodiek opgemaakt".
Zoowel Suringa als Van Bergen konden zich met die afschaffing
niet vereenigen. Stelde de eerste eenvoudig voor art. 212 te schrap
pen, de Ingenieur-Chef van het Kadaster wilde er zelfs het vol
gende voor in de plaats stellen.
„Het verpondingskohier (aanhangsel form. No. 26) wordt op
gemaakt en bijgehouden, zoowel van de perceelen binnen als bui
ten eene kadastrale afdeeling gelegen".
Hij lichtte de handhaving van het kohier a.v. toe:
„De afschaffing der kohieren van perceelen gelegen binnen eene
kadastrale afdeeling is onraadzaam, aangezien die registers voor
alle gewesten op Java en op Madoera reeds bestaan, terwijl die
registers naar de volgorde der verpondingsnommers door elkaar
de perceelen bevatten die buiten of binnen eene kadastrale afdee
ling zijn gelegen. Men moet dus de registers aanhouden, al zou
men dan de bizonderheden van de perceelen gelegen binnen eene
kadastrale afdeeling niet meer bijwerken. Dit bijwerken is echter
een arbeid maandelijks van eenige uren en het zou jammer zijn
daarvoor het gemakkelijk overzicht op den eigendomstoestand van
een perceel te doen verloren gaan zooals een kohier dat aanbiedt.
Daarenboven is het register op de overboekingen in het formulier
No. 3 een onmisbare controle".
Tegen die argumentatie valt weinig in te brengen; bovendien
zal hierna blijken dat er nog andere motieven waren, die pleitten
voor handhaving.
Om de kadastrale plans actueel te houden, gaf Verstijnen tot
in de finesses uitgewerkte bepalingen voor de bijhouding, die vrij-