99 Dit principe strijdt echter met art. 263, waarin is voorgeschre ven, dat in de acten de aanduiding der perceelen zal geschieden door de kadastrale nommers. En dit is ook geheel voldoende; door opnoeming der kenmerken van art. 263, is het perceel in vorm, ligging, afmetingen en grootte geheel aangeduid, omdat het nommer verwijst naar het kadastrale plan en de kadastrale registers, die openbaar zijn en waarin de gegevens voorkomen. Het kadastrale plan aangevuld door de registers is dan ook te beschouwen als een aaneengesloten meetbrief van alle in een afdeeling gelegen perceelen, en moeten, door de vasststelling en invoering van het kadaster, alle bestaande meetbrieven beschouwd worden te zijn vervallen. 2) De grondslag voor de aanduiding der perceelen is dus het ka dastrale plan, maar om te beslissen welk kadastraal perceel het over te schrijven onroerend goed uitmaakt, dient men nauwkeurig de laatste acte of meetbrief met het kadastrale plan te vergelijken. In de meeste gevallen zal ondubbelzinnig kunnen worden uit gemaakt, welk nommer van het kadastraal plan wordt bedoeld, maar ook zal het nu en dan blijken, dat er öf nog eigendoms- grenzen op het kadastraal plan ontbreken öf dat de opgemeten eigendomsgrenzen niet geheel juist zijn door foutief bezit of ver holen eigendomsovergang. In dit geval dient het kadastraal plan aangevuld of verbeterd te worden, zoodat weder geheele kadas trale perceelen voor de aanduiding van het onroerend goed kunnen worden genoemd. Overlegging van zoogenaamde verbeterde meetbrieven is dus onnoodig, en spaart daarenboven veel werk uit, terwijl de questie dan tevens vervalt of belanghebbenden al of niet voor die meet brieven zouden moeten betalen. Het art. 273 van den heer Verstijnen kan nooit tot wet worden verheven, want wanneer het werkelijk bleek, dat kleine stukjes van het eene perceel naar het ander waren overgegaan, kan de bezitter niet in den eigendom daarvan worden bekrachtigd, eenvoudig door een nieuwen meetbrief te maken, overeenkomstig het nieuwe bezit, maar zouden van die stukjes eigendonrsacten moeten worden op gemaakt". -) Cursiveering van mij. v. H.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1938 | | pagina 55