102
Over eventueel opmaken van perceelen, buiten eene kadastrale
afdeeling gelegen, spreekt de heer Verstijnen niet.
Ik heb hieronder ook daarover het een en ander opgenomen".
Naar aanleiding van deze beschouwingen, stelde Suringa voor,
de redactie van artikel 268 te vervangen door een geheel nieuwe
en de artikelen 269 - 274 te laten vervallen. Van Bergen nam de
gewijzigde redactie bijna woordelijk over, doch de bepaling, ver
vat in dat herziene art. 268, verdeelde hij over drie nieuwe arti
kelen: 268, 269 en 270, met de navolgende inhoud.
Art. 268: „Wanneer perceelen voor het eerst ondershands
overgaan of publiek worden verkocht na het bij art. 266 bedoelde
tijdstip, en afwijkingen worden geconstateerd tusschen de om
schrijving der grenzen, voorkomende in de laatste eigendomsacte
of meetbrief, en den toestand van het nieuwe kadaster, dient een
onderzoek in loco te worden ingesteld, om zich van de volledig
heid en nauwkeurigheid der kadastrale kaart ten opzichte van die
grenzen te overtuigen.
Moet het kadastrale plan worden gewijzigd om het in de nieuwe
acte te omschrijven perceel met geheelc kadastrale perceelen aan
te duiden, dan wordt dit gedaan door vernommering, middels de
hulpkaart (formulier No. 9).
Art. 269: „Wanneer het niet mogelijk blijkt, niet op de ka
dastrale kaart voorkomende eigendomsgrenzen, met voldoende
juistheid op het terrein uit te zetten, of op de kaart aan te duiden,
hetzij door onvolledigheid van of tegenstrijdigheid in de laatste
eigendonrsacten of meetbrieven, of door onvoldoende aanwijzing
der betrokken personen, wordt van deze omstandigheid door den
ambtenaar van het kadaster in de landmeterskennis of het certi
ficaat melding gemaakt, en het perceel aangewezen door aanhaling
der geheele of gedeeltelijke kadastrale perceelen, dat het vermoe
delijk bevat.
Art. 270: „Bij onderhandschen overgang of publieken verkoop
van perceelen buiten eene kadastrale afdeeling, wordt vooraf eene
nieuwe meting gedaan en een meetbrief opgemaakt, wanneer het
den ambtenaar van het kadaster blijkt, dat de aanduiding van het
perceel in de laatste eigendomsacte of meetbrief fout is, wat betreft
omschrijving der ligging, afmetingen of oppervlakte, en wordt voor
dien nieuwen meetbrief alleen het zegelgeld aan belanghebbenden
in rekening gebracht.