106
Uit andere Tijdschriften.
KOLONIAAL TIJDSCHRIFT
In de Juli, September en November afleveringen van het vorig
jaar komt een controverse voor betreffende het Rapport, uitge
bracht door de Commissie voor het grondbezit van Indo-Europea
nen, die alleszins onze aandacht verdient en daarom hier verkort
wordt weergegeven, i)
In een artikel, den titel dragend ,,De misstap van de Commissie-
Spit", wordt de strijd door Prof. Mr. G. J. Nolst Trenité, hoog
leeraar te Utrecht, geopend. Uitgaande van de taak de commissie
opgedragen 2), meent hij te mogen aannemen, dat het ruim be
doelde artikel 131 I.S. de mogelijkheid biedt afzonderlijke maat
regelen toe te laten voor een onderdeel der Europeesche bevol
kingsgroep, i.e. de „Europeanen-blijvers". Hij twijfelt echter aan
de wenschelijkheid van nieuwe regelingen en daar de wenschen
der I. E. z.i. meer van sentimenteelen, dan van reeëlen aard zijn,
gelooft hij dat volstaan had kunnen worden met wijziging van het
instituut van den kleinen land- en tuinbouw. Dit laat hij verder
rusten, doch brengt daarna de vraag naar voren op welke wijze
de Commissie aan de I.E. verlangens tegemoet is gekomen. De
wetgever van 1875 stelde zich volgens Prof. Nolst Trenité op het
standpunt, dat overdracht van inheemschen grond aan niet-Inlan-
ders juridisch niet mogelijk (en overigens ook ongewenscht) is,
daar hij het Inl. gebruiksrecht op grond niet vatbaar ver
klaarde voor vervreemding door Inlanders aan niet-Inlanders. Dit
is de reden geweest, dat sindsdien grondvervreemding aan niet-
Inlanders slechts kan plaats hebben door tusschenkonrst van het
Gouvernement (afkoop en afstand). Men heeft daaromtrent thans
andere denkbeelden en acht zoo'n overdracht juridisch mogelijk,
mits het onroerend goed in de oorspronkelijke „rechtssfeer" blijft.
r) Hoewel de verschijning van de laatste der hier aangehaalde afleveringen
reeds meer dan een half jaar geleden plaats vond, achtte ik de materie
te interessant en bovendien te actueel om er niet alsnog in dit tijdschrift
een plaats voor in te ruimen.
2) Zie dit Tijdschrift, jaargang 1937, Afl. 1: „Het Rapport Spit".