110 dat is heel iets anders dan toepassing van adatrecht op hen, die van huis uit Europeaan zijn. Ook het beroep op het Agr. Regl. voor Sum. Westkust en de regeling voor de afgekochte particuliere landerijen gaat niet op. Men lette slechts op de officieele Regeeringstoelichting op dat Reglement. Zelfs al zou men aannemen, dat gedurende den korten over gangstermijn het adatrecht van toepassing zou zijn op de zoo juist tot Europeaan gepromoveerde Inl. of Inl. vrouw, dan is dit toch heel iets anders dan het duurzaam toepassen van adatrecht op eigenlijke Europeanen. Hiervan is tot nu toe nog geen sprake in onze wetgeving. De door Mr. de Wilde geciteerde wetsbepalingen bevestigen dus de stellingen van Mr. Trenité. Het „reëele statuut", de letterlijk uit de Nederlandsche wet overgenomen be paling van zuiver internationaal privaatrecht, is op de quasi- internationale of intergentiele rechtsverhouding niet berekend. De aard van het overgegane grondrecht (Ind. of Europ.) laat de wet gever hierbij buiten beschouwing. Onze Ind. Staatsregeling gaat stellig uit van de natuurlijke superioriteit van het westersch recht. Men leze er nogmaals Ne- derburgh op na. Tot zoover Prof. Nolst Trenité. Hiermee schijnt deze strijd afgeloopen, want in de 3 eerste af leveringen van 1938 zwijgen beide schrijvers. Heeft Prof. Nolst Trenité het pleit gewonnen? De lezer oordeele. Rechten op grond voor Nederlanders. Behalve bovenstaande controverse bevat het Koloniaal Tijd schrift in zijn Septemberaflevering van 1937 een beschouwing over hetzelfde onderwerp in zijn vollen omvang afkomstig van Dr. J.W. Meyer Ranneft. Het tiental bladzijden eraan gewijd trekt onzen specialen aandacht, omdat de schrijver de grondregistratie en met name het kadaster, als een der punten van behandeling opneemt en daaromtrent een ander geluid laat hooren dan bijv. Mr. Jaarsma. 2) Ervan uitgaande, dat de beginselvraag of de Indische Nederlander Dit Reglement werd, indien ik me niet vergis, door den schrijver zelve ontworpen en ook de toelichting zal wel van hem afkomstig zijn. v.H. 2) Grond voor den Nederlander.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1938 | | pagina 66