112 bovendien een adatrechtelijke, dus deels ethnologische zijde en bovendien een administratief financieele en natuurlijk een tech nische. Het is moeilijk deze vier, vijf of zes kanten tegelijk te be- heerschen; daarom is het, dat dit vraagstuk als het wordt aan gevat, als het ware telkens tusschen de vingers wegglipt. Elke beschouwing was tot nog toe onvolledig. Een slecht kadaster is ten slotte erger, veel erger, dan het ontbreken van een kadaster. Een slecht kadaster, schept een bron van geknoei; geeft premies voor slinksche praktijken; het is voor rechter en publiek meer belemmering dan steun. De praktijk van den agrarischen eigendom is een practische bevestiging van deze theoretische bezwaren en maakt gelukkig dat dat instituut mislukt is. Ook de beschouwingen van de heeren Jaarsma en Van Huls geven de oplossing niet. Het Kadaster is een van die typische koloniale vraagstukken welke afhankelijk zijn van personeel dat betaald moet worden op een peil boven het gemiddelde maatschap pelijk inkomen. In dit geval op een peil dat hoog is in vergelijking met de uit grond verkregen inkomsten. Zeker is dat men er bij dergelijke vraagstukken nooit komt met het formuleeren van zekere van het standpunt der techniek geformuleerde minimum eischen en dan constateert dat het geld gevonden moet worden. Ook hier zij de probleemstelling: wat valt met de zeer geringe beschikbare middelen te doen? Dat dat nog veel kan zijn, leert onze voortref felijke landrente-administratie met haar landrente-metingen. Het moet mogelijk zijn om, daarvan uitgaande, een volgende stap te doen. Evenals bij het verwante vraagstuk van een burgerlijken stand is denkbaar dat men begint met een deel der te registreeren objecten, in dit geval met de in het nieuwe recht bezeten gronden. Een eenvoudige regeling waarbij wordt voortgebouwd op de zoo genaamde individueele uitmeting der landrente schijnt mogelijk. In geen geval worde met het verleenen van de al dan niet nieuwe rechten gewacht tot het vraagstuk der registratie ge regeld zal zijn. De Indische Nederlander zou dan de dupe worden van dezen drang naar perfectionnisme. De juiste weg schijnt in tegendeel dat de grond in handen van Nederlanders, een stimulans wordt om tot een begin van een kadaster te komen". C. G. v. H. x) Zie noot 7) op de vorige blz.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1938 | | pagina 68