121
Dit zijn slechts 2 grepen uit vele kwesties, zoodat het dus alles
zins noodzakelijk blijkt te zijn om bij herziening van den kota-
polygoon Bandoeng over te gaan tot algeheele hermeting van
het polygoonnet. In hoeverre dit net aangesloten zal kunnen wor
den aan bestaande driehoekspunten zal blijken uit de volgende
hoofdstukken.
Er rest hierbij nog te vermelden, dat de palen van bekapten
steen, te beginnen in het jaar 1916 geleidelijk zijn vervangen door
de z.g. straatpotten. r) Deze vervanging blijkt te zijn geschied
met de noodige voorzorgen, althans, hoewel er geen hermeting
op is gevolgd, is geen enkele schending kunnen worden gecon
stateerd, waarvan met zekerheid viel af te leiden, dat die hierdoor
was veroorzaakt.
Het Topografische driehoeksnet.
In het Jaarverslag van den Topografischen Dienst over 1906 is,
afkomstig van kapitein J. van Roon, destijds Chef der 2e opne
mingsbrigade (te Bandoeng), een bijdrage opgenomen, getiteld:
„Beschouwingen over het driehoeksnet der Preanger Regentschap
pen", waaraan het volgende is ontleend.
De punten van het hoofd- en het secundaire driehoeksnet der
Preanger Regentschappen zijn bepaald door den Geografischen
Dienst onder leiding van den toenmaligen hoofdingenieur J. A. C.
Oudemans. 2) Toen in 1871 een begin werd gemaakt met de se
cundaire driehoeksberekening kon slechts worden beschikt over
voorloopige gegevens van het primaire net, welke berusten op een
in 1854 nabij Cheribon met een meetketting twee maal gemeten
basis. Een in 1872 ingesteld onderzoek bracht eenige onnauw
keurigheden aan het licht, zoodat men er toe overging, met een
meetveer een nieuwe basis te meten (nieuw omdat een der eind
punten van dc oude basis was zoekgeraakt), wederom bij Che
ribon.
Zie „Iets over verzekering van polygoonpunten" door W.G.P. Hortsing,
T.v. h.K. 1931 bz. 29 e.v.
-) Het Kadaster heeft, voor zoover bekend, tot dusverre geen moeilijkheden
ondervonden bij aansluiting op de onder leiding van Dr. Oudemans be
paalde punten. Voor gegevens worde daarom volstaan met de verwijzing
naar „Die Triangulation von Java".