137
Vooraf zullen we echter het historisch overzicht aangaande de
groei van het Kadaster voortzetten om ten slotte te komen tot
een behandeling van de richtlijnen, welke bij het samenstellen der
wettelijke bepalingen naar onze meening gevolgd dienen te wor
den.
Kon dus aanvankelijk het systeem van meetbrief-afgifte wel
voldoen aan de eischen, die de fiscus zou stellen, juridisch voldeed
de opzet niet. Gevolg van een en ander was, dat de Regeering
in de jaren 1870 e.v. opdracht gaf aan het Kadaster tot herop-
meting der bestaande perceelen over te gaan. Het Kadaster zou
kad. plans samenstellen in groot verband, waarop de perceelen
in onderlinge ligging zouden worden opgemeten en ingepast. Hoe
wel de oorspronkelijke bedoeling van de Regeering was een betere
en billijker regeling van den verpondingsaanslag te verkrijgen,
hoopte men tevens juist door den opzet van meting en registratie
aan deze plans zooveel mogelijk rechtsgeldigheid te kunnen toe
kennen. De opzet mislukte echter wegens gemis aan bindende
wettelijke voorschriften.
De pogingen, die hiertoe van kad. zijde zijn aangewend, vinden
we terug in bijblad 3308, waarbij het voor de tegenwoordige kad.
ambtenaren vrijwel onbekende form. 2 werd vastgesteld.
Omtrent dit form. 2 zegt bedoeld Bijblad:
„Eerstelijk te bepalen:
a. enz.
b. dat, alvorens tot definitieve invulling der kadastrale boek
houding wordt overgegaan, aan de voorloopig te boek ge
stelde eigenaren enz. door den Ingenieur van het Kadaster
zal worden uitgereikt eene kennisgeving in den vorm van het
hierbij vastgestelde formulier No. 2, waarbij de bedoelde
eigenaren enz. worden uitgenoodigd om, na in die kennis
geving te hebben ingevuld wat van hen volgens aanwijzing
wordt verlangd, het stuk in persoon of door tusschenkomst
van een gemachtigde in te leveren ter plaatse en ten tijde,
als daarin wordt vermeld, en tevens inzage te geven van alle
bewijzen van eigendom of andere zakelijke rechten, die be
trekking hebben op de in de kennisgeving bedoelde perceelen;
zullende de hiervoren bedoelde kennisgeving voor vreemde
oosterlingen en inlanders gesteld worden in het maleisch".