143
opgegeven maten van de meetbriefkaart. Wij kunnen dus zeggen,
dat ook bij verdwijning der grensverzekeringsobjecten te allen tijde,
mits het verzekerde net nog aanwezig is, de grenzen, zooals deze
aanvankelijk zijn opgemeten zijn te reconstrueeren.
Dit is een resultaat, dat voldoet aan de nauwkeurigheid, die
vereischt is om op goede gronden positiviteit aan de specialiteit
der perceelen toe te kennen en dat volkomen voldoet aan de be
hoefte, die in het dagelijksch verkeer hieraan gesteld mag worden.
We hebben zooeven gezegd mits het verzekerde pol. net nog
aanwezig is. Het is te begrijpen, dat de rechtszekerheid faalt, zoo
dra het verzekerde net verdwijnt. Afdoende maatregelen moeten
getroffen worden om dit te voorkomen. Hiertoe dient in de eerste
plaats het periodieke onderzoek. De praktijk heeft uitgewezen, dat
het enkele malen voorkomt, dat inderdaad verzekerde punten later
niet meer terug te vinden zijn. Is dit het geval, dan behoort het net in
het oorspronkelijke nauwkeurigheidsverhand direct hersteld te wor
den, liefst door het plaatsen van nieuwe punten zooveel mogelijk
op de oude plaats.
Door omrekeningen van de oude aanmetingen der grenzen op
de nieuwe punten, dan wel bij aanwezigheid der merkteekenen
liefst aanvullende metingen hierop, is het verband weer hersteld.
Zijn we het er dus over eens, dat grenzen van meetbrieven (aan
gesloten op dit net) welke voor het eerst zijn ontstaan, praktisch
te allen tijde reconstrueerbaar zijn, zoo mogen we met een gerust
hart verklaren, dat de zekerheid dezer perceelgrenzen kadastraal
veilig is gesteld.
Hoe moeten we echter handelen met rechtsperceelgrenzen, die
reeds vóór den aanleg van het verzekerde net bestonden?
Men zal moeten toegeven, dat deze materie veel ingewikkelder
is dan die, gesteld bij het vorige geval. Ook hierbij zullen oude
grenzen vastgelegd aan nog aanwezige grensverzekeringsobjecten
gemakkelijk kunnen worden hersteld. Het is slechts zaak deze
objecten op het nieuwe verzekerde pol. net door meting behoorlijk
vast te leggen. Het behoeft feitelijk niet gezegd te worden, dat
dit bij de herkadastreeringen vanzelfsprekend geschiedt.
Heeft men echter bij deze meetbrieven grenzen vastgesteld, die
niet als zoodanig zijn aangewezen door den betrokkene, een ge
volg van resultaten, waartoe de kad. ambtenaar bij vergelijking