157
Daarna bleken de kosten hooger te zijn en weigerde gedaagde
om die meerdere kosten te voldoen. Eischeresse vraagt thans ont
ruiming. Echter voert gedaagde aan, dat zij tot afstand van haar
rechten en tot aanvraag van het erfpachtsrecht overging, omdat
de gemeente anders geen bouwvergunning wilde geven. Toen in
1935 besloten werd de gebruiksrechten te P. S. te registreeren,
heeft zij cf. de goedkeuring van den Directeur van Gern. Werken
haar aanvraag ingetrokken.
Verder is zij slechts bereid geweest het erfpachtsrecht aan te
vragen op grond van de voorloopige kostenberekening (hasil
tanah 15.later 25.per jaar).
Tenslotte zegt ze, dat honderden inlanders, niet geboortig uit
de streek gebruiksrechten te P. S. uitoefenen, zoodat het motief
van de Gemeente, dat ze binnen P. S. geen gebruiksrechten kan
uitoefenen niet opgaat en dat de gemeente haar nimmer had mogen
dwingen tot erfpachtsaanvrage door een bouwvergunning te
weigeren.
De Gemeente vindt, dat die hoogere kosten geen reden
voor haar kunnen zijn om van de aanvraag af te zien, en dat
de Dir. v. G. W. niet het recht heeft haar toe te staan de aan
vraag in te trekken, daar dit recht alleen aan den gemeenteraad
toekomt. De gemeente geeft toe, dat uit andere streken afkomstige
inheemschen gebruiksrechten binnen P. S. uitoefenen.
Bovendien komt gedaagde op tegen de grootte van het perceel,
dat na opmaking van den meetbrief 1353 m2 groot bleek te zijn,
terwijl de voorloopige kostenberekening gebaseerd was op 750 m2
en alle perceelen in haar kampoeng bestemd voor huizenbouw niet
grooter zijn dan 750 m2.
Voor een perceel van die grootte is zij bereid de kosten te
betalen, doch zij Iaat zich geen perceel, dat tweemaal grooter is,
opdringen.
De Landraad is van meening, dat gedaagde zich niet op de
voorloopige kostenberekening kan beroepen, doch meent, dat de
vraag of de gemeente het recht had om gedaagde te dwingen
erfpachtsrecht aan te vragen, door haar een bouwvergunning te
weigeren, nadere beantwoording behoeft.
Volgens den Landraad neemt de Gemeente hier een onjuist
standpunt in. Het kan nimmer verboden zijn, dat
inheemschen al zijn ze uit andere streken
afkomstig, in P. S. gebruiksrechten op den