164
3e grief: De Raad heeft ten onrechte Kams subsidair beroep
op een door bestemming ontstane erfdienstbaarheid verworpen.
Het Hof acht deze grief weer ongegrond.
Erfdienstbaarheid is z.i. een zakelijk recht, waardoor slechts in
een bepaald opzicht en zeer ten deele inbreuk wordt gemaakt op
het recht van den eigenaar van het lijdende erf om daarvan het
genot te hebben; het recht om op een anders
grond een gebouw te hebben, waardoor het
vrije genot van den grond grootend eels aan
de eigenaren ontnomen wordt kan niet het
onderwerp van een erfdienstbaarheid zijn,
doch kan alleen bij wijze van een recht van
opstal gevestigd worden.
Het Hof bekrachtigt om deze redenen de vonnissen van den
Raad.
E. Deel 147 bh. 787. Rechtsvragen.
Vraag 16.
Bij onderhandsche acte van koop en verkoop kocht B een per
ceel van A. Het perceel behoorde tot een uit perceelen bestaanden
inboedel van A's overleden vader, dat bij de boedelscheiding aan
A werd toegewezen.
B kon de overschrijving niet bewerkstelligen omdat hem de akte
van boedelscheiding niet werd afgegeven, waardoor hij ook niet
het op het perceel betrekking hebbende tusschenoverschrijvings-
recht kon voldoen.
Inmiddels werd executoriaal beslag gelegd op al de perceelen,
wegens verschuldigd overschrijvingsrecht voor den overgang der
perceelen van A's vader op diens erfgenaam.
Door omstandigheden kon B geen verzet aanteekenen tegen het
beslag noch tegen de executoriale verkooping.
Pas na deze verkooping kwam B in het bezit van de akte van
boedelscheiding.
Vraag 1kan B nu, dus na de executoriale verkooping, het
voor het perceel verschuldigde tusschenoverschrijvingsrecht nog
voldoen?
Vraag 2: kan B het perceel nog op zijn naam doen over
schrijven?