167 Gebied Jaar I II III IV V W.-Java 1882 642 131 23 50 846 1932 1852 99 35 1986 M.-Java 1882 460 520 310 193 1483 1932 1360 333 45 146 1884 O.-Java 1882 658 159 457 97 1371 1932 2247 165 251 118 2781 Een nauwkeurige vergelijking per residentie acht de schrijver niet wel mogelijk in verband met de herziening der bestuurs- indeeling. In 1932 bleek, dat in Soerabaja, het klassieke land der periodieke verdeeling (en versnippering), van het 149000 ha. groote sawahareaal nog 102000 ha. of 68% periodiek verwis seld werd. Bij de verdeeling in residentiegroepen blijkt, dat het communaal bezit met vaste aandeelen in de residenties Pekalongan en Kedoe nog 10% (60) in Semarang, Japara, Rembang en Banjoemas nog 20% (30), in Probolinggo met Besoeki en Madoera 0% (1) en in de groep Soerabaja, Bodjonegoro, Madioen, Kediri en Malang weer 10% (18) van het totaal bedraagt, terwijl deze getallen voor het comm. bezit met wisselende aandeelen achtereenvolgens 0 (15), 4 (25), 0 (0) en 15% (50) van het totaal uitmaken; onder scheid tusschen sawahs en droge gronden is in 1882 niet ge maakt, wel in 1932. Dat de klem van het beschikkingsrecht voor de droge gronden in verhouding tot de sawahs vrijwel van geen beteekenis meer is, blijkt uit de volgende cijfers. In West-Java is van droge gronden en van de sawahs nog 10% comm. bezit. Voor M.-Java zijn de percentages 6/2 en 36 en voor O.-Java 2% en 34. Uit alles blijkt, dat het beschikkingsrecht meer en meer gaat verdwijnen, zonder dat hiertoe dwang van cle zijde der Overheid noodig was. Dc tusschen haakjes geplaatste cijfers geven het percentage in 1882 aan.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1938 | | pagina 59