195
Hoe het ook zij, de verwarring, die reeds bestond op kadastraal
wetgevend gebied, vooral met betrekking tot de interpretatie
der bepalingen, werd door de navolgende, vervangende artikelen
nog grooter:
Art. 297: ,,Bij splitsing of vereeniging van onroerende goe
deren, met overschrijving gepaard gaande zullen, behalve eene
landmeterskennis door den betrokken ambtenaar van het Kadaster
ook worden afgegeven meetbrieven van alle gesplitste stukken of
van het vereenigd perceel, tenzij wat de afdeelingen betreft, waar
op art. 263 dezer instructie van toepassing is, de onroerende goe
deren, waarvan de acten moeten worden opgemaakt bestaan uit
een of meer kadastrale perceelen.
Wanneer bij splitsing van een perceel slechts cén of meer deelen
van eigenaar veranderen, behoeft, wanneer partijen dat niet wen-
schen, van het restant, dat op den ouden eigenaar blijft, geene
nieuwe eigendomsacte of meetbrief te worden opgemaakt, tenzij
liet perceel ligt buiten afdeelingen waarop artikel 263 dezer in
structie van toepassing is en van het geheele perceel nog geen
meetbrief bestaat opgemaakt door een ambtenaar van het Kadas
ter. (Zie gouv. besluit 10 September 1890 No. 4).
Bij splitsing of vereeniging van perceelen zonder verandering
van eigenaar zullen voor het opmaken der gerechtelijke acten
meetbrieven noodig zijn, wanneer het onroerend goed gelegen is:
le. in afdeelingen, waarop art. 263 dezer instructie van toepas
sing is, ingeval het onroerend goed, waarvan eene acte wordt
opgemaakt bestaat uit een of meer gedeelten van kadastrale
perceelen.
2e. buiten de afdeelingen waarop art. 263 dezer instructie van
toepassing is, van alle perceelen waarvan de opmaking eener
eigendomsacte wordt gewenscht of vereischt.
Bij deze splitsing wordt niet van alle deelen een meetbrief ver
eischt, wanneer van het geheele perceel een meetbrief is opge
maakt door een ambtenaar van het Kadaster.
Voor het geval bij splitsing of vereeniging van perceelen geene
landmeterskennis of meetbrieven worden vereischt, dat is, wan
neer zonder overgang van eigenaar de gesplitste deelen uit ge
heele kadastrale nommers bestaan, geeft de betrokken ambtenaar
van het Kadaster eene verklaring af, waarin de perceelen waarvan
eigendomsacten zullen worden opgemaakt duidelijk zijn onrschre-