197
Doch de tweeeenheid zag men niet of niet meer, daar het oude
begrip meetbrief, zijnde een zelfstandige kaart van het perceel en
tevens een soort proces-verbaal van grensvaststelling zich te zeer
in het kadastrale denken had vastgezet, dan dat men er na de
reorganisatie iets anders in kon gaan zien: eenvoudig een onder
deel van de kadastrale kaart. De laatste beschouwde men niet
als d e meetbrief, doch veeleer als een overzicht der partieele
perceelkaartjes.
Het invoeren van de kadastrale afdeelingen, hoe goed ook door
Verstijnen bedoeld, moest uiteindelijk op een mislukking uitloopen.
De voorschriften waren noodeloos ingewikkeld geworden. Men
had 2 soorten meetbrieven gekregen (binnen- en buiten de ka
dastrale afdeelingen), die weer werden onderverdeeld in 2 groe
pen, naarmate ze al dan niet door een ambtenaar van het Ka
daster waren vervaardigd.
Hoewel de lezer uit het voorgaande reeds voldoende begrepen
zal hebben, dat de Regeering van een volledig genus aan wet
gevend inzicht blijk gegeven zou hebben, had Zij de Instructie tot
wet gemaakt, komt het niet ongewenscht voor hier de overwegin
gen weer te geven, die haar ervan weerhielden daartoe over te
gaan.
Echter gaat hieraan eerst vooraf een gedeelte der Toelichting,
die Verstijnen op zijn ontwerp gaf:
,,In verband met het voorafgaande, zal bij de eventueele vast
stelling dezer Instructie, kunnen worden bepaald, dat alle op dit
stuk bestaande voorschriften voorzoover zij hiermede in strijd
zijn beschouwd moeten worden als te zijn vervallen.
Aangezien sommige der bedoelde wijzigingen ook voorkomen
in ordonnanties, welke op last of door medewerking van Hooger
hand zijn tot stand gekomen, komt het ook noodig voor, dat de
vaststelling gesanctionneerd wordt door het Opperbestuur ten
einde aan de Instructie ook ten opzichte van die wijzigingen, de
noodige légaliteit te geven.
Om echter te voorkomen, dat daardoor in den vervolge voor
elke wijziging de medewerking van het Opperbestuur een ver-
eischte zou zijn, wordt in overweging gegeven om in het even
tueel besluit de bepaling op te nemen, dat de Gouverneur-Gene
raal gemachtigd wordt, om de Instructie bij gebleken wensche-
lijkheid of ontstane behoefte daartoe eigenmachtig te wijzigen