198
of aan te vullen, voorzoover zulks niet in strijd zal zijn met be
staande organieke bepalingen, welke door medewerking van het
Opperbestuur zijn tot stand gekomen".
Een en ander hield in, dat het Opperbestuur zich zou moeten
inlaten met het vaststellen van een bepaling, waarbij den kadas-
tralen dienst de beschikking werd gegeven over 8 klerken, wier
bezoldiging varieerde van 50.tot 120.'s maands. Was
dit te veel verlangd van het Opperbestuur, nog bezwaarlijker kan
men zich voorstellen, dat een K.B. tot in de finesses voorschreef,
hoe de kadasterambtenaren van hoog tot laag gekleed zouden
moeten gaan.
Verstijnen meende n.l. in een ernstige leemte te moeten voor
zien en had daarom o.a. het volgende in zijn Instructie opgenomen:
Art. 28. ,,De Europeesche ambtenaren van het Kadaster zijn
gerechtigd tot het dragen van een officieel kostuum, zooals hier
onder is omschreven:
a. De Hoofdinspecteur.
Een gekleede rok van donkerblauw laken, gevoerd met zijde van
de zelfde kleur; recht voor de borst toegeknoopt met 9 knoopen,
en langs de dijen weggesneden; de zakken in de dwarste met drie
punten van drie knoopen voorzien; één knoop bij het begin der
plooien, twee in de lengte; staande kraag van groen laken; mouw
van den rok van onderen uitgesneden met opslagen van groen
laken, voorzien van drie kleine knoopen.
Wijders moet de rok versierd zijn:
le. met goud borduursel, bestaande uit olijftakken met een lint
omwonden op den kraag, de mouwen, de kleppen der zakken
en tusschen de knoopen op den rug;
2e. met gouden knoopen, op een effen grond de Nederlandsche
leeuw en rondom de woorden „ambtenaar van het Kadaster".
Een vest van wit kasimier toegeknoopt met twaalf kleine knoo
pen, als die van den rok. Een pantalon van wit kasimier met eene
streep van goud-galon ter breedte van 4 decimeter. 2)
Een degen met verguld gevest en gouden degenkwast met bouil
lons.
1) Deze titel kende Verstijnen zichzelven toe. De titel Ingenieur belast met
de leiding van den Kadastralen Dienst in Ned.-indië, is hem steeds een
doorn in het oog geweest.
2) Wel wat breed; bedoeld is natuurlijk 4 cm. v.H.