2Ü8
cultuurtoestand hebben, zoomede de gedeelten van wegen en wa
teren die een afzonderlijken naam hebben enz."
Het gevolg hiervan is geweest dat de eenheid, het perceel waar
op bij gerechtelijke acte een zakelijk recht was gevestigd, ver
snipperd werd in 2, 3, 4 ja soms vele, zeer vele tientallen van
nummers.
Welk nut had deze versnippering?
Geen enkel ter wille van de administratie, zelfs geen noemens
waardige bij eventueele splitsing.
Geen enkel nut ter wille der rechtszekerheid.
Geen enkel nut ter wille van de grondbelasting, de verponding,
die zich geheel andere onderverdeelingen schept als de toevallige,
gevormd door slooten en wegen.
Welke nadeelen had deze versnippering?
Ten opzichte van de administratie; dat men onder vele ja tien
tallen van hoofden vaak moest bijhouden wat de oude onder één
hoofd gaf; dat men onder één hoofd wel vond ingevolge welke
acte dit perceel bezeten werd, maar niet of er nog andere grond
stukken ingevolge dezelfde acte werden bezeten en welke die wa
ren, tenzij langs een heelen omweg.
Het blijft buiten beschouwing dat dit verband onmiddellijk te
vinden is in het register form. 5 dat de verpondingsnommers en
de betreffende kadastrale kenmerken gaf, daar dit register be
stemd was om met het verpondingscohier te verdwijnen.
Welke nadeelen ten opzichte van de rechtszekerheid?
Dat men tienmaal meer kans heeft fouten te maken in een bij
houding onder 10 hoofden als onder een hoofd.
Dat de kadastrale plans vernummerd werden en de registers
gewijzigd zonder dat zulks door een acte werd gesanctionneerd.
Het zakelijk recht werd in de acte omschreven onder aanhaling
van nommers, die in de administratie waren teniet gegaan, zonder
dat ook maar de minste wezenlijke vermenging met andere per-
ceelen had plaats gehad.
Welke nadeelen ten opzichte van de grondbelasting?
Geen speciale nadeelen daar nog geen kadastraal register voor
het oude was in de plaats gesteld. Met vrucht werden bij de schat
tingen, steeds gebruik gemaakt van de kadastrale verwijzings-
kaarten, dat zijn kadastrale veldplans, waarop de perceelgrenzen