212
Eenheden niet als zoodanig gekend of erkend door de bezitters,
en de omstandigheid dat die nommers zich wijzigen zonder dat
de eigenaar daartoe heeft medegewerkt of dat dit bij titel is ge
sanctioneerd.
4e. Als administratief bezwaar, dat alle andere grond waarop
geen rechtstitel gevestigd is onder hetzelfde doorloopende num
mer is opgenomen.
Zien wij thans hoe aan deze hoofdbezwaren is tegemoet geko
men bij de nieuw voorgestelde instructie.
Al dadelijk baart mij teleurstelling Hoofdstuk I 2 Art. 6 dat
luidt:
„I 2. Art. 6. (Het doel van het Kadaster bestaat in). Het op
maken van een eigendomskadaster van de hoofdplaatsen van ge
westen en afdeelingen in den geheelen archipel, als ook van klei
nere nederzettingen waar van beteekenis gronden met rechtstitels
zijn uitgegeven op Java en Madoera."
Hierin is weer geen sprake van een volledig kadaster dat alles
omvat, maar van het Kadastreeren van bepaalde groepen, terwijl
het voor 't overige bij 't oude blijft zooals wij zien in art. 203.
„Art. 203. Aan elk Kadastraal bureau worden verstrekt geli-
thographeerde kaarten op de schaal 1 a 20.000 vervaardigd door
den topographischen dienst, van de Residentie waarin het bureau
gevestigd is.
Hierop worden zoo nauwkeurig mogelijk ingeschetst alle erf-
pachtsperceelen en de in de afdeelingen verspreid liggende per-
ceelen waarop zakelijke rechten gevestigd zijn en die niet gelegen
zijn in kadastrale afdeelingen.
Het verpondingsnommer wordt in elk perceel in rood ingeschre
ven. Van deze perceelen wordt een lijst opgemaakt waarin naast
elk verpondingsnommer wordt verwezen naar het betrekkelijk blad
der topographische kaart."
Weliswaar is hier een poging gedaan om de zaken in orde te
brengen, maar men blijft hier twee administraties houden. Het
nieuwe Kadaster en de verponding. Het dualistisch karakter blijft
behouden.
Verder vindt men:
„Art. 12. Alvorens met de detailmeting eener Kadastrale af-
deeling te beginnen, wordt door den Inspecteur, in overleg met