213 het hoofd van Gewestelijk bestuur, uitgemaakt tot hoever de Ka dastreering zich zal uitstrekken. De daartoe aan te wijzen grenzen moeten van blij venden aard zijn. Art. 113. De Inspecteur maakt van de kadastrale afdeeling een ontwerp van verdeeling in sectiën. Hij houdt daarbij zoveel mogelijk rekening met de administra tieve en politioneele indeelingen van het Bestuur. De grenzen der sectiën moeten van blijvenden aard zijn". Zoo ontwaart men dat de hoofdgrieven, onvolledigheid door niet alle perceelen in de nieuwe administratie op te nemen, en het scheppen van eigen verdeelingen blijven bestaan. Want dat het zelfs niet in de bedoeling ligt bij de kadastreering van hoofdplaat sen zich te houden aan de daarvan bestaande en bij wet geregelde en vastgestelde grenzen toont art. 112 ons duidelijk. In art. 113 is ten opzichte van de vaststelling der sectiegrenzen een gunstige bepaling gemaakt, maar waartoe die sectie-verdee ling? Wat de nummering aangaat, zoo zien wij dat niet in 't algemeen vermeld is, wat door een kadastraal perceel wordt verstaan, maar vinden wij daaromtrent in art. 114 in verband met art. 159 eenige inlichting. „Art. 114. Bij de opmeting worden als afzonderlijke perceelen beschouwd, stukken grond, die het onderwerp van eene zelfde gerechtelijke acte uitmaken, of door vaste of natuurlijke scheidin gen door gerechtigden, tot afzonderlijk gebruik zijn bestemd". Wij zien hieruit, dat niet alleen de grenzen zullen opgenomen worden van de grondstukken die aan verschillende eigenaars zul len toebehooren maar ook voor eenzelfde de grenzen tusschen grondstukken bezeten ingevolge afzonderlijkee gerechtelijke acten hetgeen een stap nader is tot het doel, echter is daarmede in strijd art. 201, 2e alinea dat zegt: „Art. 201. 2e alinea. Wanneer een kadastraal perceel van twee of meer verpondingsnommers afkomstig is, wordt het nommer on derstreept". Dit zoude niet kunnen plaats hebben wanneer art. 114 werd toegepast, tenzij door „of door" gelezen wordt „en door". Het tweede gedeelte van art. 114 echter geeft weder aanleiding tot de gevreesde splitsing en vernummering, waarvan ik de na-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1938 | | pagina 34