231
grond dat met een paar gulden een grensoverschrijding niet
kan worden rechtgezet;
derdens: het meerendeel der perceelen is gemeten in re
cente jaren, althans voorzoover het perceelen van belang be
treft b.v. overal in de groote stadsuitbreidingen of neemt U
Batavia: hermeten 4 tot 5 duizend, nieuwe meetbrieven in
clusief erfpachtsrecht en opstal 8 a 10 duizend, totaal aantal
20 tot 22 duizend, waaruit alle Gouvernementsperceelen of
tanah onbekend nog kunnen vervallen.
Als derde bezwaar staat te verwachten de opmerking dat
de kadastrale toestand reeds dadelijk niet meer weergeeft de
occupatie toestand. D.i. echter m.i. een voordeel waar hier
door terstond is op te geven welke wijzigingen werden aan
gebracht sedert de vaststelling van het kadastraal plan.
Als vierde en laatste bezwaar kan ik me alleen denken het
eventueele fiscale bezwaar dat occupatie niet overeenstemt
met kadastergegevens.
Dit is ook heden zoo en lijkt mij echter heelemaal niet van
belang, waar dit een hooge zeldzaamheid zal zijn en de fiscus
op het oogenblik reeds niet de minste bezwaren heeft om
zelfs Gouvernementsperceelen door derden geoccupeerd aan
te slaan en daarna te executeeren voor belastingschuld.
Als slotopmerkingen zou ik alleen nog willen wijzen op Uw
aanhaling van art. 1811 B.W., welke mij niet duidelijk is op
bladzijde 13 en hetgeen U sub 15 2) vermeldt op bladzij
20 over verjaring, waar verjaring m.i. nooit de kadastrale toe
stand doch uitsluitend de rechtstoestand kan betreffen.
Ik hoop U met het vorenstaande van dienst te zijn geweest
en me niet te veel op glad ijs gewaagd te hebben en retour
neer hierbij Uw bijdrage."
In antwoord op het verzoek van den heer Eenschoten om een
nadere uitwerking van de ideeën, neergelegd in het le schrijven,
ontving hij van Mr. van Altena een tweede, dat de volgende in
houd had:
blz. 145 van dezen jaargang'.
2) sujJ j£e 0p jjj2 JJ2 van dezen jaargang.