236
wordt bewerkt, dat ook goed gebonden wordt in de gravure, ter
wijl het van de leege vlakken gemakkelijk weggeveegd kan worden.
Door verwarming van de plaat boven een gaskachel wordt het
mengsel in de gravure vast en elastisch.
Men herhaalt dit proces tot er voldoende relief gevormd is en
zoodoende het drukken verder gemakkelijk gaat.
Deze werkwijze kan niet worden toegepast bij teekeningen op
papier, dat op aluminium geplakt is, omdat doorlichten dan on
mogelijk is.
In Zwitserland en Duitschland wordt dan een werkwijze gevolgd
bekend onder den naam „Wincor".
Zij berust op weerkaatsing:
Een volledige transparante plaat van celluloid van 0.13 111111 dik
te wordt bedekt met een zeer lichtgevoelige stof.
De belichting heeft plaats in een bak, waarvan de wanden van
wit emaille zijn. Op den bodem staan 5 sterke lampen, die het
licht diffuus door een glazen plaat zenden. Deze plaat is op 1/3
van de hoogte, gerekend van de bovenzijde van de bak aange
bracht. Het deksel van de bak is het chassis. De celluloid-plaat,
welke na prepareering volkomen doorzichtig blijft, wordt tegen de
glazen plaat van het chassis gedrukt met de gevoelige kant naar
boven. Tegen de gevoelige kant wordt de teekening vastgedrukt.
Het diffuze licht treedt door de plaat (gevoelige laag), wordt door
de witte deelen van de kaart weerkaatst en door de teekening ge
deeltelijk geabsorbeerd. Het weerkaatste licht werkt in op de ge
voelige laag, waardoor de teekening in negatief verschijnt (film).
Met behulp van de negatieve plaat wordt, nadat deze verder
ontwikkeld is, een positieve reproductieplaat vervaardigd.
De wijze van drukken, zooals hiervoor beschreven, is in dit
geval dus onmogelijk. Men moet hier de off-set methode toepas
sen, waarbij door dubbele omkeering het positieve beeld van de
reproductieplaat weer positief overgaat.
Onder off-set principe verstaat men het volgende:
De positieve reproductieplaat wordt op een rol (I) gespannen
en met inkt besmeerd.
Naast deze rol draait een 2e, waarop een rubberlaag, die de
figuur van rol 1 overneemt.